Vrouw moet van voorzieningenrechter medewerking verlenen aan notariële toedeling van woning aan man (ex partner)

 

Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad in de periode van december 2017 tot begin 2020. Zij zijn niet met elkaar gehuwd geweest en hebben evenmin een samenlevingscontract gesloten.

 

In voornoemde periode hebben partijen een woning gekocht. Ten behoeve van die aankoop hebben zij een hypothecaire lening afgesloten. Na het verbreken van de relatie is de man in de woning blijven wonen.

 

Tussen partijen is vervolgens per email en Whatsapp gecommuniceerd over de verdeling van de woning, waarbij uitgangspunt is dat de woning aan de man wordt toegedeeld. Op 20 september 2020 stuurt de man een emailbericht naar de notaris met daarin alle gegevens en afspraken die van belang zijn voor de toedeling van de woning aan de man. Een kopie van dit bericht stuurt de man naar de vrouw. 

 

Op of omstreeks 22 oktober 2020 heeft de notaris een concept akte van verdeling opgesteld en toegestuurd aan partijen. Dan reageert de vrouw op 28 oktober 2020 per email als volgt: Ik kreeg vrijdag een concept akte van verdeling. De marktwaarde die daarin benoemd wordt is al een hele tijd niet meer van juiste waarde. Ik wil een taxatierapport laten maken, door een onafhankelijke makelaar en deze waarde meenemen in de verdeling. De man reageert afwijzend op dit voorstel en houdt vast aan zijn lezing van de eerdere afspraak. 

 

De vrouw heeft tot op heden geweigerd om tot ondertekening van de akte over te gaan. 

 

(Daarom besluit de man haar te dagvaarden voor de voorzieningenrechter, red.)

 

Wat oordeelt de voorzieningenrechter?

 

Beoordeeld moet worden of in voldoende mate waarschijnlijk is dat de vorderingen (in dit geval van de man) in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het – mede gelet op de belangen van partijen – gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van de (voorlopige) voorzieningen zoals gevorderd.

 

Rekening houdend met dit uitgangspunt is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vrouw haar medewerking moet verlenen aan de notariële toedeling van de woning aan de man, omdat sprake is van een rechtsgeldige overeenkomst met betrekking tot de verdeling van deze gemeenschappelijke woning.

Wat ligt aan dat oordeel ten grondslag?

 

Partijen zijn niet gehuwd geweest en hebben geen samenlevingscontract gesloten. Zij hebben wel samen een woning gekocht. De voorzieningenrechter stelt daarom vast dat het hier gaat om de verdeling van een eenvoudige gemeenschap, namelijk de verdeling van de gemeenschappelijke woning van partijen. Tussen partijen heeft een discussie plaatsgehad over de verdeling die moest plaatsvinden na de relatiebreuk van partijen.

 

Partijen hebben over de verdeling gediscussieerd en onderhandeld via Whatsapp en email met als uitgangspunt dat de man in de woning blijft wonen. 

De voorzieningenrechter hecht er verder belang aan de omstandigheid dat de man de vrouw op de hoogte heeft gehouden van zijn contact met de notaris om de verdeling tot stand te brengen.

 

Op 20 september 2020 heeft de man een uitgebreide mail naar de notaris gestuurd met daarin een concrete omschrijving van de afspraken van partijen. Een kopie van dat mailbericht is naar de vrouw gestuurd. Wanneer zij van mening was dat er geen afspraak bestond, had het voor de hand gelegen dat zij daarvan direct melding had gemaakt bij de man en de notaris.

 

Weliswaar heeft de vrouw op de mondelinge behandeling verklaard dat zij buiten de man om contact heeft gezocht met de notaris, maar zij heeft dat niet nader toegelicht of met stukken onderbouwd. Daarom gaat de voorzieningenrechter daar in dit kort geding voorlopig aan voorbij.

 

Overigens valt in de mailberichten van 28 oktober 2020 en 29 oktober 2020 van de vrouw aan de man geen expliciete betwisting van de eerdere afspraak van partijen te lezen. 

 

De slotsom is daarom dat van de vrouw nakoming van de gemaakte afspraak verlangd kan worden en dat de vordering van de man dus toewijsbaar is. 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting.  De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2020:4619&showbutton=true

 

Home

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.