Erflater mag van rechter testament met handtekeningstempel ondertekenen


Eiseres was gehuwd met “erflater”. Uit het huwelijk is een kind geboren.

 

Erflater leed aan multiple sclerose en verbleef in dat verband in een verpleegtehuis. Inmiddels is erflater overleden. Het huwelijk tussen eiseres en erflater is daarmee per overlijdensdatum van rechtswege ontbonden.

 

In het dossier bevindt zich een testament van erflater. In het testament is hun kind benoemd tot enige en algehele erfgename van de nalatenschap van erflater. 

 

Bij brief van 13 maart 2013 heeft de notaris het volgende aan de advocaat van eiseres geschreven:

 

            -
Het testament is door erflater getekend doormiddel van het zetten van een stempel met zijn handtekening waarmee hij schriftelijk te kennen heeft gegeven dat hij het eens is met de inhoud van zijn testament. Erflater “tekende” op deze wijze alle stukken waarmee hij zijn handtekening moest zetten, zo hebben medewerkers van de verpleeginrichting, zijn moeder en ook hijzelf tegenover mij bevestigd;

            -
Erflater was weliswaar in zoverre de controle over zijn handen kwijt dat hij niet in staat was zijn handtekening te zetten maar hij was wel bij machte om zijn handtekeningstempel te hanteren. Hij heeft de stempel zelf in mijn bijzijn gezet.

            -
De inhoud van het testament is eerst met hem besproken waarna het concept is opgemaakt, verstuurd, en bij het tekenen van het testament eerst weer puntsgewijs doorgenomen en daarna getekend. 

 

Het geschil


Eiseres vordert te verklaren voor recht dat het testament nietig is en subsidiair het testament te vernietigen.

 

Eiseres legt hieraan ten grondslag dat het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een uiterste wil nietig is, indien aan de akte van uiterste wil de vereiste ondertekening door de erflater ontbreekt. Nu geen handtekening met pen door erflater onder het testament is geplaatst, ontbreekt volgens haar de wettelijk vereiste ondertekening door erflater en is het testament dus nietig.

Subsidiair, indien de stempel als ondertekening moet worden aangemerkt, is het testament weliswaar voorzien van een handtekening van erflater door middel van een gezette stempel, maar die stempel is niet door erflater gezet, zodat het testament daarom nietig is.

 

Voorts wordt in de Wet op het Notarisambt (Wna) bepaald dat indien een persoon verklaart niet te kunnen ondertekenen, van deze verklaring alsmede de reden van verhindering melding wordt gemaakt. Nu in het testament de zinsnede dat en waarom erflater niet in staat was te ondertekenen, ontbreekt, is het testament nietig, althans vernietigbaar. 

 

Beoordeling

 

Centraal staat de vraag of het testament nietig dan wel vernietigbaar is.

 

Onderaan, op de laatste pagina van het testament is een stempel met de handtekening van erflater geplaatst. In de brief van de notaris van 13 maart 2013 schrijft de notaris dat erflater weliswaar in zoverre de controle over zijn handen kwijt was dat hij niet in staat was zijn handtekening te zetten maar dat hij wel bij machte was om de handtekeningstempel te hanteren en dat de stempel in zijn bijzijn door erflater is gezet. Naar het oordeel van de rechtbank zijn geen, althans onvoldoende aanknopingspunten aangevoerd om niet van de juistheid van deze schriftelijke verklaring van de notaris uit te gaan. Zo valt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien waarom de notaris dit zou verklaren als dat niet de waarheid is. Bovendien gaat eiseres, waar het gaat om de plaats van verlijden van de akte en het feit dat erflater het testament niet met pen heeft ondertekend, wel van de juistheid van de verklaring van de notaris uit.

 

Verder wijst eiseres weliswaar met juistheid erop dat op pagina 16 van het rapport van het verpleegtehuis van 13 oktober 2011 onder andere is vermeld dat erflater niet zelfstandig zijn tanden kon poetsen en zijn haren kon kammen, maar daarmee is nog niet (zonder meer) gegeven dat erflater op 12 april 2010 niet in staat was de handtekeningstempel te hanteren.

 

Het voorgaande wordt niet anders doordat op de identiteitskaart, afgegeven op 19 januari 2010, en de invalidetaxikaart van erflater is vermeld dat erflater niet in staat is te tekenen. Algemeen bekend is immers dat op dergelijke (plastic) kaarten geen handtekening middels een stempel gezet kan worden.

 

De conclusie van het bovenstaande is dat de rechtbank, vanwege gebrek aan argumenten om niet van de juistheid van de schriftelijke verklaring van de notaris uit te gaan, als vaststaand aanneemt dat de stempel onderaan het testament door erflater is gezet.

 

Het doel van de wettelijk vereiste ondertekening door de erflater onder zijn of haar uiterste wilsbeschikking, is de bevestiging van de erflater dat dit zijn of haar wil is. Op basis van de stellingen van partijen stelt de rechtbank vast dat erflater in 2006, en daarmee ongeveer vier jaar voor het verlijden van het testament, de handtekeningstempel heeft laten maken. Reden hiervan was, volgens eiseres, dat vanwege de verminderde handmotoriek van erflater erflater niet meer in staat was om te schrijven en hij daarom de beschikking had over de handtekeningstempel.

 

Anders gezegd kon erflater dus, ondanks dat hij door zijn ziekte niet meer kon schrijven, met de handtekeningstempel toch zijn handtekening zetten. Hieruit blijkt dat het zetten van de handtekeningstempel de manier van erflater was om zijn handtekening te plaatsen ter bevestiging van zijn wil. Met het zetten van de handtekeningstempel door erflater onder het testament is naar het oordeel van de rechtbank derhalve voldaan aan het wettelijke vereiste van ondertekening van het testament door erflater. De door eiseres aan haar vordering ten grondslag gelegde stelling dat het testament nietig is omdat het testament niet door erflater is ondertekend, wordt op grond van het voorgaande dan ook verworpen.

 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2013:4001

 

 

Home

  

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.