Weigering schone lei i.v.m. ontvangen schade-uitkering die (gedeeltelijk) aan boedel toekomt maar niet aan boedel is afgedragen.
De bewindvoerder adviseert de rechtbank om schuldenaar de schone lei te weigeren omdat schuldenaar zijn informatie- en afdrachtverplichting niet naar behoren is nagekomen. Schuldenaar heeft een geschatte boedelachterstand laten ontstaan van € 1.316,95. Daarnaast heeft schuldenaar nieuwe schulden laten ontstaan aan Bazuin & Partners ad € 228,05 in verband met een huurschuld, aan Zilveren Kruis ad € 54,00 en aan de Belastingdienst ad € 23,00.
Tevens heeft schuldenaar een schadevergoeding ontvangen in verband met een ongeluk welke (gedeeltelijk) aan de boedel moet worden afgedragen.
mr. Van Gemeren heeft namens schuldenaar een brief naar de rechtbank gestuurd waaruit blijkt dat de de schuldenaar een schade-uitkering van € 113.000,00 tegemoet kan zien. Mr. Van Gemeren verzoekt desondanks de rechtbank haar cliënt de schone lei te verlenen omdat schuldenaar geen boedelachterstand heeft aangezien de vergoeding van de verzekeraar ziet op geleden schade en dat de posten smartengeld en verlies arbeidsvermogen strikt persoonlijk zijn.
De rechtbank heeft hierop de bewindvoerder om een reactie gevraagd
De bewindvoerder heeft gereageerd op de door mr. Van Gemeren overgelegde informatie. De bewindvoerder heeft geconcludeerd dat schuldenaar zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling onvoldoende is nagekomen. De bewindvoerder is van oordeel dat de post ‘verschenen schade” ad € 15.000,00, de uitkering van het smartengeld ad € 25.000,00 en een gedeelte van de overige posten van de schade-uitkering aan de boedel toekomt. Nu de schuldenlast, de kosten van de schuldsaneringsregeling en het boedelsaldo tezamen een schuld maken van € 30.135,43 adviseert de bewindvoerder om schuldenaar in de gelegenheid te stellen om een bedrag van € 30.135,43 op de boedelrekening te storten zodat schuldenaar zijn schuldeisers en de kosten van de schuldsaneringsregeling volledig kan voldoen.
Beoordeling door de rechtbank
Gelet op de stukken uit het dossier stelt de rechtbank vast dat schuldenaar in verband met een verkeersongeval op 14 oktober 2011 een schade-uitkering heeft ontvangen van in totaal € 113.000,00 in verband met een verkeersongeval.
De rechtbank is van oordeel dat het gedeelte van de schade-uitkering met de post verschenen schade ad € 15.000,00 aan de boedel dient te worden afgedragen. Voorts komt de post smartengeld ad € 25.000,00 aan de boedel toe. Daarnaast dient een gedeelte van de overige posten van totaal € 50.000,00 aan de boedel toe te komen aangezien schuldenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor dat bedrag kosten heeft gemaakt.
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat het gedeelte dat van de schade-uitkering dat aan de boedel toekomt meer bedraagt dan de schuldenlast van schuldenaar plus de kosten van de schuldsaneringsregeling, is schuldenaar in de gelegenheid gesteld om een bedrag van € 30.135,43 op de boedel te storten opdat zijn schuldeisers een 100% uitdeling tegemoet kunnen zien en de kosten van de schuldsaneringsregeling zijn voldaan. Schuldenaar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat schuldenaar hiermee toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen, nu er een boedelachterstand is ontstaan van ruim € 34.135,43. Tenslotte zijn er nieuwe schulden ontstaan tijdens de duur van de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank neemt bij het voorgaande nog in aanmerking dat schuldenaar er eerder in de schuldsaneringsregeling door de rechter-commissaris op het verhoor van 19 april 2013 er op is gewezen dat in ieder geval de posten smartengeld en verlies arbeidsvermogen van de schade-uitkering aan de boedel moeten worden afgedragen.
Gelet op deze eerdere waarschuwing, had van schuldenaar meer verwacht mogen worden, teneinde zijn schuldeisers maximaal tegemoet te komen.
Gelet op het voorgaande dient de schone lei dan ook te worden geweigerd.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2014:4429