Retentierecht van een dierentehuis
Joke heeft zeven katten (hierna "de huisdieren"). Zij komt ten val in haar woning en loopt een heupfractuur op. Joke wordt opgenomen in het ziekenhuis en verblijft daarna - ter revalidatie - in een verpleeghuis.
De huisdieren zijn ter verzorging - door een buurvrouw - overgebracht naar het Dierentehuis. Daar verblijven zij nog steeds. Het Dierentehuis laat de huisdieren enten en registreren. Een aantal dieren wordt onder behandeling van een dierenarts gesteld. Het Dierentehuis brengt de pensionkosten - € 91,50 per nacht voor alle huisdieren - en de kosten voor de entingen, registraties en medische hulp in rekening bij Joke. Naar aanleiding hiervan heeft het Dierentehuis Joke gefactureerd voor een totaalbedrag van € 7.409,87.
Het Dierentehuis oefent haar retentierecht uit en weigert de dieren terug te geven voordat Joke alle kosten heeft voldaan. Een retentierecht is het recht van een schuldeiser om hetgeen hij of zij onder zich heeft niet af te geven aan de schuldenaar zo lang zijn prestatie niet is betaald.
Joke vordert voor de rechter teruggave van de huisdieren.
Vraag: mag het dierentehuis haar retentierecht uitoefenen?
Overwegingen kantonrechter
Aan het Dierenhuis kan een retentierecht toekomen.
Vaststaat dat het Dierentehuis een vordering heeft op Joke. Aan de ene kant betwist Joke weliswaar de hoogte van de vordering, maar aan de andere kant erkent zij dat zij enig bedrag aan het Dierentehuis verschuldigd is. Zij is immers bereid een (haars inziens) redelijk bedrag te betalen en bestrijdt enkel de kosten betreffende de entingen, de registraties en de medische hulp.
Voorts is de omvang van een vordering - in beginsel - niet van belang voor een beroep op een retentierecht.
Verder moet worden aangenomen dat de vordering van het Dierentehuis opeisbaar is, nu in de factuur een betalingstermijn van zeven dagen is opgenomen en deze termijn verstreken is.
Bovendien bestaat voldoende samenhang tussen de vordering van het Dierentehuis en diens verbintenis tot teruggave van de huisdieren aan Joke en zijn andere omstandigheden die in de weg zouden kunnen staan aan het beroep op het retentierecht gesteld noch gebleken.
Het voorgaande betekent dat het Dierentehuis op goede gronden gebruik maakt van zijn bevoegdheid om de afgifte van de huisdieren op te schorten totdat Joke de vordering van het Dierentehuis heeft voldaan.
Uitspraak kantonrechter
Een en ander brengt mee dat de vordering van het dierentehuis zal worden toegewezen en zij afgifte van de huisdieren mag opschorten totdat de volledige vordering is voldaan.