Zieke piloot geen grond voor compensatie passagiers
De passagiers hebben met de luchtvaartmaatschappij een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de luchtvaartmaatschappij de passagiers diende te vervoeren van Miami naar Lissabon op 12 mei 2018 en aansluitend van Lissabon naar Amsterdam op 13 mei 2018.
De vlucht van Miami naar Lissabon is geannuleerd.
De passagiers hebben compensatie van de luchtvaartmaatschappij verzocht in verband met voornoemde annulering.
De luchtvaartmaatschappij heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
(naar aanleiding van de afwijzing besluiten de passagier de luchtvaartmaatschappij te dagvaarden voor het kantongerecht, red.)
Beoordeling door de kantonrechter
Vast staat dat (het eerste deel van) de vlucht van de passagiers is geannuleerd.
Er geldt in beginsel een compensatieplicht voor de luchtvaartmaatschappij. Dit is anders indien de luchtvaartmaatschappij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden. Dergelijke omstandigheden kunnen zich met name kunnen voordoen in geval van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.
Niet in geschil is dat de piloot van de betreffende vlucht ziek was en hierdoor niet kon vliegen.
Voorts heeft de luchtvaartmaatschappij toegelicht dat vluchten zoals de onderhavige wegens veiligheidsredenen met twee piloten moeten vertrekken en dat op het vliegveld van Miami - anders dan in ‘hubs’ (de basis) van de luchtvaartmaatschappij - geen reservepiloten beschikbaar waren.
De kantonrechter oordeelt na rijp beraad - anders dan in eerdere vonnissen is geoordeeld - dat onder deze omstandigheden het ziek worden van een piloot een buitengewone omstandigheid (onverwacht vliegveiligheidsprobleem) oplevert. Dit is een van buiten komende omstandigheid waar een luchtvaartmaatschappij geen invloed op kan uitoefenen.
Daarbij wordt in overweging genomen dat het aanwezig hebben van reservepiloten op elk buitenstation van een luchtvaartmaatschappij onaanvaardbare financiële offers van die luchtvaartmaatschappij zou vergen.
Redelijke maatregelen
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de vlucht te voorkomen, dan wel te beperken.
De kantonrechter is van oordeel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De luchtvaartmaatschappij heeft toegelicht dat zij de passagiers heeft omgeboekt naar de eerstvolgende beschikbare vlucht naar de eindbestemming.
Het verzoek tot compensatie zal dan ook worden afgewezen.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2020:8758&showbutton=true