Geen vergoeding na botsing vliegtuigen

 

De passagiers hebben met Air France een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Air France de passagiers diende te vervoeren op 1 november 2018 van St. Maarten naar Parijs met vluchtnummer AF499 en aansluitend van Parijs naar Amsterdam met vluchtnummer AF1240. 

 

Vlucht AF499 is met vertraging uitgevoerd, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht te Parijs hebben gemist. De passagiers zijn hierdoor met een vertraging van circa 24 uur op de eindbestemming te Amsterdam aangekomen.

 

De passagiers hebben compensatie van Air France gevorderd in verband met voornoemde vertraging.

 

Air France heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

 

(daarom besloten de passagiers Air France te dagvaarden voor het kantongerecht, red.)

 

Oordeel kantonrechter

 

Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming te Amsterdam, zodat Air France op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen.

 

Dit is anders indien Air France kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden.

 

Verweer Air France

 

Air France beroept zich op een buitengewone omstandigheid en voert in dit verband het volgende aan. Vlucht AF499 is onderdeel van de rotatievlucht Parijs-Sint Maarten-Parijs met vluchtnummers AF498/AF499. Het toestel stond tijdig gereed voor vertrek en kreeg van de lokale luchtverkeersleiding 2 minuten vóór het geplande moment van vertrek toestemming om van de gate te mogen vertrekken. Wanneer een toestel de push back clearance krijgt mag en moet het toestel van de gate vertrekken. Direct na ontvangst van de klaring is de push back aangevangen.

 

Op het moment van push back reed er achter het toestel van Air France een toestel van Delta Air Lines. De twee toestellen hebben elkaar geraakt waardoor er ernstige schade is opgetreden aan het toestel van Air France. Het toestel is teruggekeerd naar de gate en was niet meer inzetbaar. Vlucht AF499 is met vertraging uitgevoerd als gevolg van schade aan het vliegtuig door een ongeval. Schade veroorzaakt door een ongeval is niet wezenlijk verbonden met het systeem en de werking van het toestel.

 

De onderhavige schade is veroorzaakt door voor Air France van buiten komende omstandigheden. Air France kon geen invloed uitoefenen op de onderhavige omstandigheden. Zij ontving van de luchtverkeersleiding de push back clearance en de push back truck is daarop begonnen met push back. Een vliegtuig heeft geen achteruitkijkspiegel. Indien een klaring van de luchtverkeersleiding wordt verkregen kan een gezagvoerder ervan uitgaan dat er geen ander verkeer is en er veilig van de gate vertrokken kan worden. De vertraging is daarom veroorzaakt door een buitengewone omstandigheid.

 

Voorts heeft Air France ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet kunnen voorkomen dat de buitengewone omstandigheid waarmee zij werd geconfronteerd tot vertraging van de vlucht leidde. Air France heeft een ander toestel uit haar vloot moeten vrijmaken voor de onderhavige vlucht. De vlucht is vervolgens zo spoedig mogelijk uitgevoerd. Redelijkerwijs kan van Air France niet meer gevergd worden, aldus Air France.

 

Buitengewone omstandigheid

 

De kantonrechter oordeelt als volgt.

 

Air France heeft gesteld en voldoende aangetoond dat het toestel waarmee vlucht AF499 uitgevoerd zou worden, op de voorgaande vlucht beschadigd is door een botsing met een toestel van Delta Air Lines nadat Air France push back clearance van de luchtverkeersleiding had gekregen, waardoor het toestel niet meer inzetbaar was. Een botsing met een ander toestel nadat van de luchtverkeersleiding push back clearance is verkregen, en de daaruit voortvloeiende consequenties zijn niet te kwalificeren als een gebeurtenis die inherent is aan de normale bedrijfsvoering van Air France. Er kan dan ook naar het oordeel van de kantonrechter niet gesproken worden van een inschattingsfout van de gezagvoerder dan wel van de bestuurder van de push back truck. Het betreft hier een van buiten komende oorzaak waarop Air France, wegens de oorsprong ervan, geen invloed kan uitoefenen. 

 

Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de botsing op de voorafgaande vlucht een buitengewone omstandigheid oplevert die op haar beurt doorwerkt op de vlucht AF499. Ten gevolge hiervan hebben de passagiers de aansluitende vlucht AF1240 naar Amsterdam gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagiers op de eindbestemming is dan ook het gevolg van een buitengewone omstandigheid. 

 

Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of Air France alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen. Air France heeft aangevoerd dat zij een vervangend toestel uit haar vloot heeft vrijgemaakt en dat de vlucht vervolgens zo spoedig mogelijk is uitgevoerd. Redelijkerwijs kan er volgens Air France niet meer van haar gevergd worden. De passagiers hebben dit niet betwist, zodat van de juistheid van die stellingen uit zal gaan. 

 

De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van de passagiers tot betaling van compensatie zal afwijzen.

 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2020:6159&showbutton=true

 

Home

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.