Treintje rijden
Q-Park vordert Amber te veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 336,00.
Aan die vordering heeft Q-Park ten grondslag gelegd dat Amber met haar voertuig gebruik heeft gemaakt van de aan Q-Park toebehorende parkeergarage De Brink te Hengelo en zich toen bij het verlaten daarvan schuldig heeft gemaakt aan het zogenaamde “treintje rijden”, dat wil zeggen dat zij heel kort achter haar voorganger is gaan staan of gaan rijden om zo zonder te betalen de parkeergarage te (kunnen) verlaten, door gebruik te maken van de ten behoeve van haar voorganger nog openstaande slagboom. Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden is Amber hierdoor aan Q-Park het tarief van een verloren kaart ad € 36,- en een bedrag van € 300,- als aanvullende schadevergoeding verschuldigd.
Het verweer
Amber heeft verweer gevoerd. Zij erkent “treintje te hebben gereden”, maar stelt dat zij geen andere keus had. Amber moest € 1,- parkeergeld betalen en dat kon alleen via een pinpas die zij niet bij zich had. Via de intercom heeft zij contact gehad met een medewerker van Q-Park die aangaf dat het niet kunnen betalen haar probleem was. Amber stelt alles te hebben geprobeerd om te betalen. Toen niets lukte, heeft zij ten einde raad de politie gebeld, die haar heeft geadviseerd om “treintje te rijden”. Amber kreeg de slagboom op het dak van haar auto waardoor voor een bedrag van € 462,80 schade is ontstaan
Beoordeling door de kantonrechter
De vraag die voorligt is of het “treintje rijden” aan het handelen dan wel nalaten van Q-Park te wijten is, omdat het parkeergeld alleen met een pinpas betaald kon worden en Q-Park geen assistentie wilde verlenen toen bleek dat Amber geen pinpas bij zich had. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is. Naar de stelling van Q-Park kan er wel degelijk op andere wijze dan via een pinpas betaald worden. Q-Park heeft een foto van het informatiebord bij de ingang van parkeergarage De Brink overgelegd waarop elf betaalmiddelen staan, waaronder contant geld, wat Amber de bewuste dag wel op zak stelt te hebben gehad.
Q-Park heeft de stelling van Amber, dat zij gebeld heeft met de intercom van Q-Park voor hulp, betwist. Deze stelling is door Amber niet onderbouwd. Evenmin heeft Amber haar stelling onderbouwd dat zij op 15 augustus 2016 de politie heeft gebeld, wat Amber op eenvoudige wijze had kunnen doen door haar belgeschiedenis in het geding te brengen. Hiermee had zij haar lezing van wat er de bewuste dag in de parkeergarage is voorgevallen kunnen staven.
De vorderingen tot betaling van het tarief “verloren kaart” van € 36,- en de aanvullende schadevergoeding van € 300,- zullen worden toegewezen. De verschuldigdheid van deze bedragen blijkt uit de toepasselijke algemene voorwaarden en de kantonrechter is van oordeel dat deze vanuit consumentenrechtelijk oogpunt niet onredelijk (bezwarend) zijn.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De naam Amber is in verband met de leesbaarheid van de uitspraak gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2018:118&showbutton=true