Na jarenlange overlast wordt huurovereenkomst gezin ontbonden en hen een straatverbod opgelegd

 

Na jarenlange overlast door een gezin wordt hun huurovereenkomst ontbonden en een straatverbod opgelegd

 

Gedaagde huurt sedert 17 juni 1994 een woning van Mijande. Hij woont daar met zijn vrouw [gedaagde sub 2], en hun beider kinderen [X] en [Y].

 

Tussen het gezin en de buurt zijn in de loop der jaren veel problemen ontstaan. Die problemen zouden bestaan uit onaangepast gedrag in de vorm van uitschelden, provoceren, intimideren en geluidsoverlast.

 

Naar aanleiding van deze overlast en een huurachterstand, is door Mijande, in het kader van het Tweede Kansbeleid, een aanvulling op de huurovereenkomst gemaakt. Deze afspraken omvatten de navolgende punten:

1.     U brengt uw financiële zaken onder bij de Stadsbank te Hengelo en u volgt de aanwijzingen van de Stadsbank strikt op;

2.     Vanaf heden zal de maandelijkse huurbetalingen stipt geschieden.

3.     U aanvaardt bemoeienis van de stichting Aveleijn, en u volgt ook hun aanwijzingen op; dit houdt in dat u moet meewerken aan een persoonlijkheidstest.

4.     Mijande wil deze aanpak na 2 jaar evalueren met de Stadsbank, Aveleijn en u, en de bestaande huurachterstand tot dat tijdstip opschorten.

5.     Eventuele extra kosten die door de Stichting Aveleijn worden gemaakt, worden door Mijande vergoed;

6.     Bij niet nakoming van de hierboven genoemde voorwaarden zal Mijande alsnog ontbinding van huurcontract bij de rechter vragen.

 

In de jaren die volgen is het gezin veelvuldig besproken in het zogenoemde Vangnetoverleg tussen de gemeente Dinkelland, de Regiopolitie, stichting Aveleijn en het Vangnet Zorg Dinkelland. In de loop van 2007 is ook de gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld, waarbij [X] en [Y] onder toezicht zijn gesteld van de William Schrikker Groep.

 

In juni 2009 is de aangepaste huurovereenkomst onder dezelfde voorwaarden verlengd met twee jaar. De verlenging werd toegezegd omdat de situatie zorgelijk bleef en met name de beide kinderen behoefte hadden aan duidelijke begeleiding.

 

Per 1 september 2009 heeft Aveleijn haar begeleiding gestopt omdat zij geen basis meer zag voor een gezonde wijze van samenwerken.

 

Als gevolg van het stopzetten van de hulpverlening door Aveleijn, voltrok zich de situatie als bedoeld onder punt 6 van de aanvullende huurvoorwaarden. Bij brief van 2 september 2009 heeft Mijande de huurovereenkomst opgezegd en is de huurachterstand ten bedrage van € 1.412,19, na verrekening met het servicepakket, opeisbaar geworden. De achterstand is nooit betaald.

 

Ondanks begeleiding van de kinderen door de William Schrikker Groep bleef de woonomgeving veel overlast ondervinden. Sedert begin juni 2010 werd de buurt veelvuldig geteisterd door vernielingen van auto’s. Een buurman die in verband daarmee een camera in zijn woning had geplaatst, wist vast te leggen dat [X] de autoradioantenne van één van de auto’s “meenam”. In de weken daarna werd de bewuste buurman regelmatig bedreigd door [X] en kreeg hij verwensingen naar zijn hoofd geslingerd. [X] heeft hiervoor een taakstraf gekregen.

 

Bij brief heeft Mijande gedaagde gesommeerd de overlast te staken en gedaagde gewezen op zijn verantwoordelijkheid voor het gedrag van zijn zoon [X]. Daarnaast hebben de directeur van Mijande, de teamchef van de politie Dinkelland en de burgemeester van de gemeente Dinkelland een ernstig gesprek gevoerd met de familie van gedaagde. De inhoud van dit gesprek is vastgelegd in een brief van de burgemeester aan de officier van justitie. De brief is in kopie gezonden aan gedaagde. In deze brief staat onder meer:

“..dat er voor hen thans twee wegen open staan. Of de familie voegt zich naar de normen die in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk zijn, of de overheden en instellingen, waaronder Woningcorporatie Mijande, zien zich genoodzaakt repressieve maatregelen te treffen. Zo heeft Mijande de familie bericht: “Mocht onverhoopt sprake zijn van nieuwe ernstige overlastmeldingen, dan zal ik u ogenblikkelijk in kort geding dagvaarden teneinde ontruiming van de door u gehuurde woning te bewerkstelligen..”

 

In 2013 is de situatie verder geëscaleerd en wel zodanig dat Mijande gemeend heeft een buurtoverleg te moeten organiseren waarbij ook de regiopolitie en de gemeente aanwezig waren. De omwonenden hebben er bij Mijande op aangedrongen om het nodige te ondernemen tegen gedaagde.


Het geschil

 

Mijande vordert - onder andere - gedaagden te veroordelen om de woning te ontruimen en gedaagden te verbieden zich binnen een straal van 500 meter van de woning te bevinden.


Het verweer

 

Volgens gedaagde zijn er onvoldoende redenen om het gezin uit de woning te zetten. Gedaagde beschikt nog niet over een andere passende woning en een ontruiming betekent dat het gezin met twee minder begaafde kinderen op straat komt te staan. Ook voor het opleggen van een straatverbod is geen reden nu de klachten met name zien op het gedrag van de zwakbegaafde [X]. Van het gestelde inrijden op en het beledigen van mevrouw [L] door [X] in juni 2013, en het leksteken van de autobanden van [N] en het beledigen van [N], eveneens in juni 2013 is echter niets gebleken.Wat van de beschuldigingen is overgebleven is het verwijt dat [X] stoeptegels van [N] heeft weggenomen. De tegels zijn inmiddels teruggegeven.

 

Gegeven de situatie mag gedaagde verwachten dat Mijande hem en zijn gezin een andere woning en een verhuiskostenvergoeding aanbiedt. Zonder hulp zullen zij nooit een andere woning kunnen vinden, mede gelet op hetgeen over de familie in de media is geschreven. Gedaagde is bereid in goed overleg vrijwillig uit de woning te vertrekken.


Beoordeling

 

Naar oordeel van de kantonrechter is voldoende komen vast te staan dat gedaagde in de buurt een dusdanige mate van overlast veroorzaakt dat, de huurachterstand noch daargelaten, sprake is van een ernstig tekortschieten van gedaagde in zijn verplichtingen als goed huurder.


Dat brengt met zich dat Mijande in redelijkheid ontruiming van de woning kan vorderen. Meander heeft meer dan voldoende geduld betracht.

Gedaagde heeft (één van) de laatste incidenten welke hem worden verweten betwist. Wat daar ook van zij, ook zonder het incident is er sprake van een ernstig tekortschieten van gedaagde als huurder, welk tekortschieten naar verwachting in een bodemprocedure zal leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. Onder die omstandigheden is de gevorderde ontruiming gerechtvaardigd.

Gelet op de tekortkomingen aan de zijde van gedaagde, zal de kantonrechter de gevorderde ontruiming toewijzen op een termijn van zes weken na betekening van dit vonnis.


Ook het gevorderde verbod voor gedaagde en [gedaagde sub 2] om zich binnen een straal van 500 van de woning te bevinden zal worden toegewezen vanaf zes weken na betekening van dit vonnis, waarbij de kantonrechter een dwangsom zal opleggen van € 100,-- per dag met een maximum van € 1000,--.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

  

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2013:3227

 

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.