Werknemer volgens kantonrechter terecht ontslagen nadat was gebleken dat hij na verkoop gelden in zijn zak had gestopt
PTMD is een groothandel in life-style artikelen. PTMD verkoopt haar goederen aan door haar geselecteerde en bij haar aangesloten detailhandels. Zo bewaakt PTMD de exclusiviteit. PTMD heeft voor de verkoop van haar producten een style centre ingericht.
Bij PTMD zijn ongeveer 100 medewerkers in dienst. PTMD hanteert sinds begin 2010 richtlijnen voor de aankoop van goederen voor eigen personeel. De laatste richtlijn is sinds 2012 van kracht. Uit de richtlijn volgt dat de aankopen van de geregistreerde klanten en het personeel inclusief BTW zijn.
Ook heeft PTMD bepaald dat in het style centre geen contante verkopen meer mochten worden gedaan. Alle verkopen dienden via de kassa te verlopen. Ook heeft PTMD sinds enige tijd bepaald dat de producten alleen nog aan geregistreerde klanten mochten worden verkocht.
Verweerder is sedert 24 februari 1999 in dienst van PTMD laatstelijk als algemeen medewerker/verkoper cash & carry. Verweerder had onder meer als taak de registratie en verwerking van privé aankopen door het personeel.
Op 20 augustus 2013 heeft een medewerker de bedrijfsleider van het style centre bericht dat hij had gezien dat verweerder met een klant mee liep naar buiten met goederen die niet via de kassa waren afgerekend, dat verweerder daarbij van de klant contant geld ontving en dat verweerder het geld in zijn zak stopte.
PTMD is daarop een onderzoek gestart. Uit dit onderzoek bleek dat op 20 augustus 2013 verweerder blikken verf buiten de kassa om had verkocht en het geld niet had afgedragen. Uit verder onderzoek bleek dat verweerder in juli 2013 een ex-medewerker contante verkopen had laten doen, zonder BTW, welke aankopen evenmin via de kassa waren verlopen en waarvan het geld ook niet was afgedragen. Deze ex-werknemer is op woensdag 21 augustus 2013 door PTMD gehoord en heeft daarbij verklaard dat dit vaker geschiedde.
Op donderdag 22 augustus 2013 heeft een mystery shopper aankopen in het style centre gedaan. Volgens de verklaring van de mystery shopper heeft verweerder hem geholpen, heeft hij een factuur gekregen zonder BTW en stak verweerder het contant afgerekende geld in zijn zak.
Op vrijdag 23 augustus 2013 heeft een gesprek tussen PTMD en verweerder plaats gevonden. Bij het gesprek heeft verweerder € 620,00 contant geld aan PTMD overhandigd.
In een gesprek op maandag 26 augustus 2013 heeft PTMD verweerder op staande voet ontslagen.
Bij brief van 30 augustus 2013 heeft de gemachtigde van verweerder de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen en aanspraak gemaakt op salaris.
PTMD heeft het ontslag op staande voet gehandhaafd.
Verzoek en verweer
PTMD verzoekt, voorwaardelijk, voor het geval zou komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst nog zou bestaan, ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin van een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk behoort te eindigen, zonder toekenning van een vergoeding.
Daartoe stelt PTMD - kort gezegd - dat door zijn gedrag verweerder het vertrouwen van PTMD onwaardig is geworden. De vertrouwensrelatie tussen partijen is door toedoen van verweerder diepgaand en onherstelbaar verstoord geraakt, zeker nu na het ontslag op staande voet is gebleken dat verweerder opzettelijk technieken heeft gebruikt om zijn verzuim te verhullen. In redelijkheid kan niet langer van PTMD gevergd worden het dienstverband met verweerder te laten voortduren.
Uit onderzoek is volgens PTMD gebleken dat verweerder eerst een order aanmaakte, deze printte voor de klant, vervolgens de order verwijderde uit het systeem en de aankoop overzette naar contante verkopen. Het geld stortte verweerder niet af in de kas. PTMD heeft een aantal klanten ontdekt, die op deze wijze al meerdere keren door verweerder ‘geholpen’ zijn. Er komen steeds meer klanten bij. Ter illustratie heeft PTMD een samenvatting ingebracht, van een aantal zaken waarin verweerder een verwijt kan worden gemaakt.
Uit dit nadere onderzoek volgt dat verweerder tijdens het gesprek van 22 augustus 2013 ook niet de waarheid heeft gesproken. Verweerder heeft toen ontkend een specifieke klant – die op deze wijze door verweerder werd geholpen – te kennen en heeft verklaard dat dit pas 3 maanden zou spelen, maar uit de verklaringen van diverse klanten blijkt dat dit veel langer is. In feite is sprake van fraude.
Verweerder betwist dat er gewichtige redenen voor ontbinding zijn in de door PTMD bedoelde zin en verzet zich tegen de door PTMD gevorderde ontbinding. Verweerder verzoekt voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zal ontbinden om een vergoeding van € 39.200,00 bruto ten laste van PTMD toe te kennen.
Verweerder heeft ter zitting ter ondersteuning van zijn stellingen - kort gezegd - aangevoerd dat het voor hem onbegrijpelijk is dat hij thans wordt beschuldigd van fraude. Hij is al bijna 15 jaar bij PTMD in dienst, heeft altijd tot tevredenheid gewerkt en er zijn nimmer aanmerkingen op zijn functioneren geweest. Hij is in al die tijd slechts twee keer arbeidsongeschikt geweest.
Van enig frauduleus handelen of van verduistering van gelden is geen sprake. Verweerder erkent dat er op enig moment inderdaad contante verkopen zonder BTW afdracht hebben plaats gevonden, maar hij handelde daarbij in opdracht van zijn directe leidinggevende. Verweerder functioneerde slechts als marionet voor hem en de zwarte verkopen zijn derhalve in opdracht van zijn leidinggevende cq de werkgever verricht. Verweerder stelt daarbij dat hij van iedere zwarte verkoop een uitdraai aan die leidinggevende diende te verstrekken, zodat de zwarte opbrengsten minutieus konden worden bijgehouden. Het ontvangen geld droeg hij aan die leidinggevende af. Zo werd de zwarte kas gevuld. Volgens verweerder zijn enkele werknemers hiervan op de hoogte maar durven die vanwege mogelijke repercussies geen verklaring af te leggen. Het is volgens verweerder jammer dat die leidinggevende er niet is om zijn lezing te bevestigen.
Bij het gesprek op maandag 26 augustus 2013 is hij niet op staande voet ontslagen, maar is hem te kennen gegeven dat hij naar een andere baan diende uit te kijken, waarbij hem is gezegd dat PTMD hem daarbij zou helpen, aldus verweerder. Hij had zijn werkgever enkele keren aangesproken op een eventuele salarisverhoging aangezien het hem enorm dwars zat dat een neef van de werkgever die pas kort in dienst was en door verweerder werd ingewerkt, hetzelfde loon als verweerder verdiende en ook nog een auto van de zaak had verworven.
Ter zitting heeft PTMD in reactie hierop gesteld dat de verklaring van verweerder over het zwarte geld, totale onzin is. Dit verweer heeft PTMD ook niet eerder gehoord. De schade van de niet-afgedragen verkopen raamt PTMD inmiddels op circa € 10.000,00.
Verweerder heeft nog gesteld dat daar waar hij van fraude wordt beticht, PTMD dit zal moeten bewijzen. Verweerder heeft tot slot expliciet te kennen gegeven dat hij zijn werkzaamheden wil hervatten en daartoe ook mogelijkheden ziet, na indringende gesprekken met PTMD.
Beoordeling door de kantonrechter
PTMD verwijt verweerder producten uit haar assortiment contant en zonder BTW te hebben verkocht én de opbrengst niet te hebben afgedragen. Verweerder heeft erkend verkopen contant te hebben afgerekend en daarbij geen BTW in rekening te hebben gebracht. Dat en aan wie hij de ontvangen bedragen heeft afgedragen, heeft verweerder niet eerder dan ter terechtzitting – ook niet bij de brief van de gemachtigde van verweerder van 30 augustus 2013 – toegelicht. Pas toen heeft verweerder betoogd dat hij hiertoe opdracht had van zijn leidinggevende dan wel dit deed met zijn medeweten.
Nog los van het feit dat deze gang van zaken de kantonrechter hoogst onaannemelijk voorkomt, is het opmerkelijk dat verweerder dit dan niet eerder heeft aangevoerd en daar pas op zo’n laat moment mee komt, dat PTMD daarop niet in overleg met die leidinggevende kan reageren. De kantonrechter gaat dan ook uit van de juistheid van de lezing van de gang van zaken van PTMD.
Door zijn handelen rond de contante verkopen, het verhullen van dat handelen en de duur daarvan, in strijd met alle richtlijnen bij PTMD en naar het zich laat aanzien zonder de ontvangen bedragen aan PTMD te hebben afgedragen, heeft PTMD het vertrouwen in verweerder terecht verloren. Onder het voorbehoud dat deze thans nog bestaat, wordt de arbeidsovereenkomst daarom ontbonden.
Op gronden van billijkheid komt aan verweerder geen vergoeding toe. De gedragingen liggen geheel in zijn risicosfeer.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2013:7144