Kredietverstrekker had beter moeten weten
Samantha is werkloos, dakloos en drugsverslaafd. Zij wordt benaderd door twee mannen die haar € 150,00 bieden voor het gebruik van haar identiteitskaart en haar bankpas. Vervolgens koopt zij op aanwijzing en in aanwezigheid van deze mannen in een winkel op krediet een notebook en een digitale camera voor € 3.255,00. In verband met deze aankoop ondertekent Samantha een aanvraagformulier en tevens kredietovereenkomst. Deze kredietovereenkomst vermeldt als product: lease, en voorts de aankoopbeschrijving, het bedrag, het nummer van identiteitskaart van Samantha, haar geboortedatum, adres en telefoonnummer, haar bankrekeningnummer, haar beroep, het feit dat zij ongehuwd is en voorts de kredietvergoeding, het maandbedrag en de effectieve rente op maandbasis. De twee mannen nemen vervolgens de notebook en camera mee.
Het geschil
Aangezien Samantha het verstrekte geld niet heeft terugbetaald, wordt zij door de kredietverstrekker gedagvaard.
Beoordeling
Op de tussen partijen gesloten kredietovereenkomst is op dat moment de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) van toepassing. Op grond van deze wet diende de
kredietverstrekker over informatie te beschikken die nodig was om op verantwoorde wijze krediet te verstrekken. Het gaat ondermeer om loonstrookjes of andere bescheiden met betrekking tot de
inkomsten teneinde de financiële draagkracht van de kredietnemer te kunnen beoordelen.
Uit de door Samantha overgelegde kredietovereenkomst blijkt dat Samantha heeft opgegeven dat zij in de verzorging werkzaam was. Gesteld, noch gebleken is echter dat de kredietverstrekker, of de verkoopster in de winkel, ter verificatie van deze informatie nadere inlichtingen heeft ingewonnen of om afschriften van loonstrookjes of andere financiële bescheiden heeft verzocht. Nu Samantha dakloos en verslaafd was, en daardoor was te voorzien dat Samantha over onvoldoende financiële draagkracht beschikte om haar verplichtingen uit de kredietovereenkomst na te komen, is de rechter van oordeel dat de kredietverstrekker toerekenbaar tekort is geschoten in de door de wet opgelegde onderzoekplicht en dat de financiële gevolgen daarvan voor rekening en risico van haar dienen te blijven. De vordering van de kredietverstrekker wordt dan ook afgewezen.