Kort geding. Geldsom. Ordemaatregel.

 

Eiseres en gedaagde zijn moeder en dochter van elkaar. 

 

Eiseres is opgenomen in het ziekenhuis na een hersenbloeding. Daarna is zij niet meer teruggekeerd naar haar woning en in verzorgingstehuis gaan wonen.  

 

Gedurende de ziekteperiode heeft gedaagde de financiën van eiseres “waargenomen”. 

 

De auto van eiseres is door gedaagde in gebruik genomen en de auto op haar naam overgeschreven. 

 

Gedaagde heeft bedragen van de bankrekening van eiseres overgeboekt naar haar eigen rekening en betalingen verricht vanaf de bankrekening van eiseres die een omvang hebben van € 157.128,54.

 

Eiseres heeft daarvoor geen toestemming gegeven en vordert de gelden in kort geding van gedaagde terug. 

 

Oordeel rechtbank

 

Gedaagde heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij met medeweten en toestemming van eiseres gelden heeft overgemaakt. Onder deze omstandigheden moeten de overschrijvingen door gedaagde van de bankrekening van eiseres als eigenrichting door gedaagde worden gekwalificeerd. De overschrijvingen zijn hiermee onrechtmatig jegens eiseres en niet in het belang van eiseres verricht.  

 

Gedaagde heeft weliswaar als verweer aangevoerd dat zij nog een vordering op eiseres heeft vanwege de opeisbaarheid van haar kindsdeel uit de nalatenschap van erflater, maar dat kan gedaagde niet baten, al was het maar omdat de door haar gepleegde eigenrichting in rechte niet kan worden gehonoreerd. 

 

De onderhavige situatie is temeer schrijnend omdat eiseres gedaagde als vertrouwenspersoon heeft beschouwd en in de veronderstelling verkeerde dat haar dochter haar wilde ontzorgen door een deel van de financiële zorg en administratie van haar over te nemen. Gebleken is dat gedaagde misbruik heeft gemaakt van haar feitelijke positie, hetgeen voor eiseres in deze kwetsbare periode van haar leven bijzonder verdrietig moet zijn. Gedaagde heeft hiermee het vertrouwen van haar moeder in haar in ernstige mate geschonden. 

 

Eiseres wil zelf zeggenschap en regie houden over haar vermogen en heeft gedaagde nimmer gevolmachtigd om gelden over te boeken. eiseres heeft dit op zitting ook op duidelijke wijze aan de voorzieningenrechter verteld.

 

Van gedaagde had vanwege het in haar gestelde vertrouwen verwacht mogen worden dat zij de belangen van haar moeder zorgvuldiger had behartigd. gedaagde heeft evenwel op kwalijke wijze slechts in haar eigen financiële belang gehandeld. 

 

Spoedeisend belang

 

Eiseres heeft een spoedeisend belang dat zij weer over geld kan beschikken. Eiseres heeft gesteld dat haar bankrekeningnagenoeg leeg was, zij naast AOW geen pensioen heeft en het geld op haar rekening deels bedoeld is voor haar oudedagsvoorziening.

 

De voorzieningenrechter ziet dan ook aanleiding om bij wijze van ordemaatregel zoals hierna te melden gedaagde te veroordelen om de hiervoor genoemde bedragen aan eiseres terug te betalen. 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden:  

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2022:920&showbutton=true

   

Home

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.