U moet tijdig klagen
Eisers zijn eigenaar van een uit 1894 daterende monumentale woning en hebben gedaagde opdracht gegeven om verbouwingswerkzaamheden aan de woning uit te voeren.
Tussentijds heeft gedaagde € 354.161,50 aan eisers in rekening gebracht.
Eisers betalen het grootste deel van dit bedrag. Het restant weigeren zij te betalen, omdat zij van mening zijn dat gedaagde het werk niet goed heeft uitgevoerd en te hoge kosten in rekening heeft gebracht.
Gedaagde heeft tot en met de eerste week van april 2009 gewerkt, daarna heeft hij zijn werkzaamheden stilgelegd.
In opdracht van eisers heeft een deskundige onderzoek ingesteld naar de stand van het werk, de kwaliteit daarvan en de in rekening gebrachte bedragen. De opnamedatum was 6 augustus 2009. Het rapport is beschikbaar gekomen op 20 oktober 2009.
Naar aanleiding van dit rapport vorderen eisers onder andere € 198.351,66 van gedaagde terug.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal eerst beoordelen of door eisers binnen bekwame tijd is geklaagd over de door hen gestelde gebreken en geprotesteerd tegen de door hen gestelde te hoge facturen.
De rechtbank stelt vast dat er door eisers geen uitlatingen zijn gedaan in de periode tussen het moment dat gedaagde in april 2009 zijn werkzaamheden heeft stilgelegd en het moment dat eisers gedaagde in gebreke hebben gesteld per brief van 11 januari 2010.
Op grond hiervan neemt de rechtbank als uitgangspunt dat eisers niet eerder dan per brief van 11 januari 2010 bij gedaagde hebben aangegeven dat er gebreken zijn geconstateerd.
In het algemeen is enig onderzoek of beraad geoorloofd. Naar het oordeel van de rechtbank hebben zich echter in voornoemde periode meerdere momenten voorgedaan waarop eisers hun protest aan gedaagde expliciet kenbaar hadden kunnen maken.
Nu door eisers niet is gesteld dat zij dit hebben gedaan, is de rechtbank van oordeel dat zij langer hebben gewacht met klagen dan zij in de onderhavige omstandigheden hadden mogen doen.
Hierbij is naar het oordeel van de rechtbank van belang dat partijen over een aantal andere facturen overleg hebben gepleegd, dat gedaagde zijn uren in overleg naar beneden heeft bijgesteld en dat eisers vervolgens een aantal facturen hebben betaald. De termijn om te protesteren is alsdan beperkt.
Bovenstaande overwegingen leiden dan ook tot de slotsom dat eisers niet binnen bekwame tijd bij gedaagde hebben geklaagd over de door hen gestelde gebreken en geprotesteerd tegen de door hen gestelde te hoge facturen.
Het gevolg van het niet tijdig protesteren is dat zij alle rechten en bevoegdheden hebben verloren die aan hen op grond van de door hen gestelde gebrekkigheid van de overeengekomen prestaties ten dienste stonden. Zij kunnen daarom geen beroep meer doen op een toerekenbare tekortkoming van gedaagde in de nakoming van zijn verplichtingen en op onverschuldigde betaling aan gedaagde.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van eisers moeten worden afgewezen.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMID:2012:BX8033