Belangenafweging voorzieningenrechter ten aanzien van voortzetting gebruiksrecht huurwoning

 

Partijen hebben een affectieve relatie gehad en woonden vanaf 2012 samen

in een huurwoning. De huurovereenkomst staat op beider naam.

 

[eiseres] heeft drie kinderen uit een eerdere relatie, die bij haar verblijven. Voorts heeft zij de huurwoning inmiddels verlaten en is zij woonachtig bij haar moeder.

 

Partijen hebben een huurachterstand laten ontstaan, op welke achterstand nu maandelijks wordt ingelost conform de overeengekomen betalingsregeling.

 

Tussen partijen en hun beide wijkcoaches, alsmede de wijkagent en drie vertegenwoordigers van de woningbouwverenigingen Ons Huis, Domijn en De Woonplaats, is op 27 januari 2014 gesproken over een mogelijke regeling betreffende de huurwoning. Dit gesprek heeft echter niet tot een oplossing geleid.


Het geschil

 

[eiseres] vordert veroordeling van [gedaagde] tot het verlaten van de huurwoning, alsmede een verbod om nadien de huurwoning opnieuw te betreden.

 

Daartoe stelt [eiseres] dat zij in een eerder stadium de huurwoning ook al eens heeft verlaten, maar is teruggekeerd onder de voorwaarde dat [gedaagde] op zoek zou gaan naar vervangende woonruimte. Dit laatste is niet gebeurd. De situatie is inmiddels onhoudbaar en om die reden is [eiseres] wederom met de kinderen bij haar moeder ingetrokken. Deze woning is echter veel te klein, twee kinderen slapen bij haar moeder op de slaapkamer en zijzelf slaapt samen met een van haar jongste kinderen op de bank. [gedaagde] heeft wel mogelijkheden om andere woonruimte te betrekken (zo staat het huis van zijn broer in Amsterdam leeg), zodat een belangenafweging in haar voordeel dient uit te vallen.

 

Beoordeling door voorzieningenrechter

 

Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag wie van partijen het meeste belang heeft bij voortzetting van het huurgenot van de huurwoning in afwachting van een definitieve oplossing. Nu beide partijen een belang hebben bij toewijzing van het “gebruiksrecht” op de huurwoning zal de voorzieningenrechter een belangenafweging maken.

 

De voorzieningenrechter is voorlopig van oordeel dat de belangenafweging in het voordeel van [eiseres] dient uit te vallen. Het belang van [eiseres] weegt in dit geval, omdat zij de zorg heeft over drie bij haar inwonende jonge kinderen, zwaarder dan het belang van [gedaagde]. De voornoemde belangen van [eiseres] wegen dan ook zwaarder dan het door [gedaagde] gestelde belang dat hij niet is gebaat bij een kamer of een plaats in de opvang gelet op zijn (justitieel) verleden. De gevorderde voorziening door [eiseres] tot het verlaten van de huurwoning door [gedaagde] dient dan ook te worden toegewezen.

 

De voorzieningenrechter is met [gedaagde] van oordeel dat onmiddellijk vertrek niet van hem mag worden verlangd. De voorzieningenrechter acht het niet aannemelijk dat [gedaagde] op stel en sprong vervangende woonruimte kan vinden en acht een termijn voor vertrek van veertien dagen na betekening van het vonnis redelijk.

 

Gelet op het feit dat partijen een affectieve relatie met elkaar hebben gehad, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

  

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2014:914

  


Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.