Geen ontbinding bij huurachterstand
Gedaagden worden vanwege huurachterstand gedagvaard voor het kantongerecht.
De verhuurder vordert ook ontbinding van de huurovereenkomst.
Oordeel kantonrechter
Als de huurder zijn verplichting om tijdig de huur betalen niet nakomt, mag de verhuurder de rechter vragen om de huurovereenkomst te beëindigen (ontbinden).
De rechter dient deze vordering alleen toe te wijzen als de huurachterstand een beëindiging van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
Als uitgangspunt wordt genomen dat een huurachterstand van drie maanden ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen, maar de rechter moet alle omstandigheden afwegen. Zo is van belang of de lopende huur wordt betaald en of de huurder (een deel) van de achterstand alsnog heeft voldaan.
Uitspraak
In casu bedraagt de huurachterstand minder dan drie maanden huur. Dergelijke achterstand rechtvaardigt niet de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
Daar komt bij dat gedaagden in financieel zwaar weer zijn beland doordat inkomen is weggevallen, maar zij inmiddels weer een inkomen hebben en inmiddels consequent de huur betalen.
Daarnaast tonen zij hun welwillendheid om de huurachterstand in te lopen. Gelet op deze omstandigheden zal de betreffende vordering inzake ontbinding van de huurovereenkomst worden afgewezen.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2021:9333&showbutton=true