Kostenveroordeling eisende partij
Gedaagde huurt van een woningstichting een woning. Op grond van de huurovereenkomst is het verboden om in de woning hennep te telen.
De politie heeft in de woning van gedaagde twee hennepplantages opgerold.
Op grond hiervan vordert de woningstichting in kort geding voor de voorzieningenrechter ontruiming van de woning
Beoordeling door kantonrechter
Gedaagde is niet op de zitting verschenen en de vordering zal worden toegewezen. Gedaagde zal hierbij als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.
Onduidelijk is echter waarom de woningstichting deze procedure heeft aangebracht bij deze voorzieningenrechter, daar waar ook de kantonrechter bevoegd is tot het geven van een voorziening zoals gevorderd. De handelswijze van de woningstichting brengt met zich mee dat gedaagde, als de in het ongelijk gestelde partij, geconfronteerd wordt met het totaalbedrag van € 575,00 aan griffierecht, terwijl gedaagde bij de kantonrechter “slechts” met een bedrag van € 109,00 aan griffierecht zou worden geconfronteerd. De voorzieningenrechter vindt het onjuist om de nadelige financiële gevolgen van de keuze voor die voorzieningenrechter volledig op gedaagde af te wentelen. De voorzieningenrechter vindt het daarom billijk om een gedeelte van het verschuldigde griffierecht ad. € 466,00 voor rekening van de woningstichting te laten.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBALM:2012:BW6032