Kosten voor het aanmaken, afdrukken en verzenden factuur
Vitens is drinkwaterleverancier. Erik is consument en ontvangt drinkwater van Vitens.
Vitens heeft Erik het volgende bericht: “U betaalt uw waterrekening nu vier maal per jaar met behulp van een acceptgirokaart die wij u toesturen. Dat werkt prima, maar is ook relatief duur. Met automatische incasso kan het veel eenvoudiger én goedkoper.
Bij incasso wordt uw waterrekening automatisch in 4 of 10 termijnen van uw rekening afgeschreven. U hoeft er niet meer naar om te kijken. Wilt u toch door middel van een acceptgirokaart blijven betalen dan brengen wij vanaf 1 februari 2009 per acceptgirokaart hiervoor € 1,50 (exc. BTW) aan verwerkingskosten in rekening.
Bijgaand treft u de machtigingskaart die ons in staat stelt 4 of 10 keer per jaar het termijnbedrag van uw rekening af te schrijven. U kunt uw machtiging ook doorgeven via www.vitens.nl (Mijn Vitens). Als u bezwaar heeft tegen zo’n afschrijving, kunt u uw bank altijd opdracht geven het bedrag terug te storten. U kunt uw machtiging op elk gewenst ogenblik intrekken. Maar u zult het zien: automatisch betalen is ideaal. Gemak en voordeel gaan hand in hand.”
Bezwaar Erik
Erik heeft bezwaar gemaakt tegen het in rekening brengen van extra kosten. Hij schreef – voor zover van belang – het volgende:
“Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw schrijven waarin u stelt dat u kosten betalingsverkeer in rekening zult brengen, wanneer ik u geen toestemming verleen middels automatische incasso de nota te incasseren. Deze dwang valt mijn inziens onder de definitie knevelarij. U stelt voorts dat ik nu vier maal per jaar betaal met behulp van een acceptgirokaart. Niets is minder waar. Uw acceptgirokaart wordt door mij al lang niet meer gebruikt. Inmiddels maken velen – ook ik – gebruik van telebankieren en is uw acceptgiro geheel overbodig. U kunt derhalve afzien van het toesturen daarvan. Ik weiger echter extra kosten – in dit verband kosten betalingsverkeer – te voldoen”.
Erik heeft Vitens herhaaldelijk schriftelijk gewezen op zijns inziens ten onrechte in rekening gebrachte kosten voor betaling en heeft Vitens verzocht de toezending van acceptgiro’s achterwege te laten.
Erik en Vitens hebben uitvoerig met elkaar gecorrespondeerd over de door Vitens in rekening gebrachte kosten voor betaling.
Vitens heeft Erik bij brief van 19 maart 2012 het volgende bericht:
“Ondanks herhaalde verzoeken heeft u onderstaand bedrag niet betaald. Daarom sluiten wij de drinkwatertoevoer af.
Openstaand bedrag: € 93,64 (inclusief incassokosten)
Dit bedrag kan nog verhoogd worden met nieuwe nota’s. U kunt afsluiting van uw drinkwatertoevoer alleen voorkomen door binnen twee dagen na bovengenoemde datum het openstaande bedrag over te maken”
Om afsluiting te voorkomen heeft eiser een bedrag van € 93,64 aan Vitens voldaan.
Vordering Erik
Erik vordert voor de kantonrechter de betaalde bedragen terug. Hierbij legt hij aan zijn vordering ten grondslag dat Vitens ten onrechte kosten voor het gebruik van acceptgirokaarten in rekening heeft gebracht en dat Vitens de betaling van deze kosten heeft afgedwongen door te dreigen met afsluiting van de toevoer van drinkwater. Door deze dreiging heeft Vitens misbruik gemaakt van de haar ten dienste staande machtsmiddelen. Omdat hij niet gehouden was tot betaling dient Vitens volgens eiser het door hem aan Vitens betaalde bedrag van € 93,64 terug te betalen.
Beoordeling
Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of Erik gehouden was tot betaling van kosten voor door Vitens aan hem gezonden facturen met daarbij gevoegde acceptgiro’s. Indien het antwoord bevestigend luidt dient de vordering te worden afgewezen. Bij een ontkennend antwoord komt de vordering tot terugbetaling.
Vitens wordt niet gevolgd waar zij zich op het standpunt stelt dat toevoeging van een tarief aan haar tarievenlijst een wijziging van de overeengekomen tarieven is, en Vitens daartoe gerechtigd is op grond van haar algemene voorwaarden. In deze procedure is geen tarievenlijst als productie overgelegd waaruit blijkt dat daarop de kosten van betaling zijn vermeld en Vitens daarom tot wijziging van die kosten gerechtigd zou zijn. Voor zover ervan uit moet worden gegaan dat kosten van betaling niet op deze lijst voorkomen, is Vitens niet gerechtigd deze kosten (alsnog) in rekening te brengen zonder dat daarover overeenstemming is bereikt tussen Vitens en Erik. Deze overeenstemming is niet gesteld door Vitens.
Verder blijkt uit het feit dat Erik bezwaar heeft gemaakt tegen berekening van kosten die gemoeid zijn met de verzending van en betaling door middel van acceptgiro’s en uit de uitvoerige correspondentie tot deze procedure dat Erik niet heeft ingestemd met deze kosten. Dit brengt mee dat er geen overeenkomst is tussen partijen omtrent deze kosten.
Anders dan Vitens stelt, vallen de kosten voor het aanmaken, het afdrukken en verzenden een factuur niet onder de kosten van betaling. Gesteld noch gebleken is dat partijen hiervoor een vergoeding zijn overeengekomen, zodat de kosten die verbonden zijn aan de door Vitens verzonden facturen voor haar rekening blijven.
Vitens heeft in deze procedure niet gesteld en ook niet met stukken onderbouwd wat de kosten zijn die door haar bank in rekening worden gebracht voor het verwerken van een betaling. Deze kosten kunnen niet worden vastgesteld op het door haar in rekening gebrachte bedrag van € 1,50, exclusief btw, per betaling omdat artikel 6:47 BW daarvoor geen steun biedt. Immers, het artikel biedt een grondslag om werkelijke kosten voor rekening van degene die nakomt te laten komen, niet voor een forfaitair bedrag. Derhalve komen deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking.
Nog daargelaten dat Vitens de kosten die zij stelt te maken voor verwerking, door haar aangeduid als “aflettering”, op geen enkele wijze inzichtelijk heeft gemaakt en onderbouwd, komen zij niet voor toewijzing in aanmerking omdat deze kosten worden gemaakt nadat de betaling is voltooid op het moment dat de rekening van Vitens wordt gecrediteerd bij girale betaling. Daarmee kunnen deze kosten niet worden beschouwd als kosten van betaling en behoren zij tot de normale bedrijfskosten van Vitens.
Voorgaande brengt mee dat Erik niet gehouden is tot betaling van kosten voor betaling door middel van acceptgiro’s. Vitens heeft daarom ten onrechte een bedrag van € 7,14 aan kosten in rekening gebracht en was daarom evenmin gerechtigd een bedrag van € 86,50 aan buitengerechtelijke incassokosten in rekening te brengen. Erik heeft deze kosten, nu een rechtsgrond ontbrak, onverschuldigd aan Vitens betaald. Zijn vordering tot betaling van dit onverschuldigd betaalde bedrag zal worden toegewezen.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2013:3775