Toewijzing contractuele boete
Finqle koopt vorderingen van gedaagde, welke oninbaar blijken te zijn.
Finqle vordert voor de kantonrechter het betaalde bedrag van gedaagde terug, maar ook een boete van tweemaal het nominale bedrag van de vordering.
Oordeel kantonrechter
Het gaat om de vraag of gedaagde de boete van € 13.948,88 aan Finqle moet betalen.
Gedaagde vindt de boete te hoog en doet een beroep op matiging.
Het Burgerlijk Wetboek geeft de rechter de bevoegdheid om een bedongen boete te matigen. De rechter moet die bevoegdheid terughoudend hanteren.
Volgens de kantonrechter is er geen reden om deze boete te matigen. Finqle heeft gesteld dat de aan haar verkochte vorderingen niet-bestaande vorderingen zijn en dat gedaagde Finqle heeft opgelicht door die niet-bestaande vorderingen te verkopen.
Verweer gedaagde
Omstandigheden in het voordeel van gedaagde zijn niet gebleken. Het beroep van gedaagde op zijn financiële situatie kan hem niet baten, omdat hij onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn inkomens- en vermogenspositie.
De conclusie is dat ook het boetebedrag zal worden toegewezen.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2021:3634&showbutton=true