Geen fabrieksgarantie
Arthur koopt een nieuwe en ongebruikte rupskraan bij gedaagde. De motor van de rupskraan loopt na 490 draaiuren vast en Arthur laat de motor op advies van de
importeur vervangen door een nieuwe motor. De garantieaanvraag van Arthur wordt door de fabrikant afgewezen. De fabrikant stelt zich op het standpunt dat er geen
fabrieksgarantie op de rupskraan rust.
Oordeel rechtbank
De rechtbank begrijpt dat Arthur heeft willen betogen dat het gebruikelijk is dat er fabrieksgarantie rust op een nieuwe en ongebruikte rupskraan en dat deze fabrieksgarantie derhalve een eigenschap is van de zaak die Arthur als koper mocht verwachten en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
De rechtbank stelt vast dat Arthur bij de aankoop van de rupskraan handelde in het kader van de uitoefening van haar bedrijf en niet als consument. Arthur heeft de stelling van de verkoper dat de verkoopprijs van de rupskraan dertig procent lager was dan de adviesprijs van de importeur en dat Arthur de rupskraan vanwege dit prijsverschil niet bij de dealer maar bij haar heeft gekocht niet weersproken. Voorts staat vast dat de rupskraan niet is geproduceerd voor de Europese markt en dat de CE-verklaring bij de rupskraan niet door de fabrikant of importeur, maar door een derde is afgegeven. Arthur kocht de kraan nieuw en ongebruikt bij de verkoper c.s. en de kraan is dus ook nimmer door (een dealer van) de fabrikant op de markt gebracht. De rechtbank stelt tot slot vast dat verkoper ook geen garantie op de rupskraan heeft verstrekt.
Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden had Arthur naar het oordeel van de rechtbank niet mogen verwachten dat de rupskraan onder fabrieksgarantie viel en had hij (bijvoorbeeld door navraag te doen bij verkoper, de importeur of de fabrikant) moeten onderzoeken of zijn verwachting juist was.
Bron: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2013:BY8961