Echtscheiding - nevenvoorzieningen
Rechtbank spreekt echtscheiding uit maar wijst alle verzochte nevenvoorzieningen af in een procedure waarin de advocaten de rechtbank niet van de juiste stukken voorzien en op het allerlaatste moment aansturen op verdaging van de zitting en ook niet ter zitting verschijnen.
De vordering
De man verzoekt:
- echtscheiding;
- limitering dan wel nihilstelling op termijn van de door de vrouw verzochte onderhoudsbijdrage;
- vaststelling van de verdeling van de gemeenschappelijke goederen
De vrouw verzoekt:
- dat de man jaarstukken van zijn onderneming overlegt en de jaarstukken van de deelnemingen van de man alsmede een organogram, waaruit blijkt hoe de vennootschapsstructuur in elkaar zit, wat de inkomsten uit de B.V.’s zijn en wat de waarde is van de aandelen;
- vaststelling van de verdeling van de gemeenschappelijke goederen;
- veroordeling van de man tot afstorting bij een externe verzekeraar van het in eigen beheer ten behoeve van de vrouw opgebouwde pensioen.
Beoordeling door de kantonrechter
Het verzoekschrift is ontvangen op 11 augustus 2014. Sindsdien hebben partijen ruim anderhalf jaar overleg gevoerd met als doel het bereiken van een minnelijke regeling met betrekking tot hun geschillen.
De advocaten van partijen hebben nagelaten om de rechtbank van de juiste informatie te voorzien ten behoeve van een beslissing op de ingediende verzoeken tot het treffen van nevenvoorzieningen.
Partijen zijn opgeroepen voor een behandeling ter terechtzitting op 1 december 2016 om 9.00 uur. De advocaten van de man en de vrouw hebben de rechtbank bij faxbericht van 30 november 2016 om 16.43 uur medegedeeld dat zij niet ter terechtzitting zullen verschijnen. De rechtbank is daarbij verzocht om de behandeling aan te houden pro forma tot 4 april 2017. Een en ander omdat partijen opnieuw, en met inschakeling van een door hen aan te zoeken deskundige, willen proberen in onderling overleg het geschil op te lossen. Partijen en hun advocaten zijn vervolgens niet ter terechtzitting van 1 december 2016 verschenen.
Nevenvoorzieningen
Uit de aard van de echtscheidingsprocedure vloeit voort dat deze niet langer moet duren dan strikt noodzakelijk is. Partijen hebben na een overlegperiode van anderhalf jaar de rechtbank nog steeds niet voorzien van diverse relevante stukken die nodig zijn om de geschillen te kunnen beslechten. Daarnaast hebben de advocaten van partijen de rechtbank niet tijdig verzocht om uitstel van de zitting. Bovenal hebben zij, door pas op het allerlaatste moment aan te kondigen dat men niet ter zitting aanwezig zou zijn terwijl men een beslissing van de rechtbank daarover niet heeft afgewacht, de rechtbank niet in staat gesteld om regie te voeren in de procedure dan wel te beoordelen of uitstel van de zitting zou leiden tot een onredelijke vertraging van de procedure. Dit is niet alleen in strijd met de goede procesorde, maar doet evenmin recht aan de tijdsinvestering welke door alle betrokkenen binnen de rechtbank inmiddels met betrekking tot dit dossier is gedaan. Een investering die niet meer ten goede kan komen aan de geschillen van andere partijen.
Het geheel brengt de rechtbank tot het oordeel dat de door partijen verzochte nevenvoorzieningen moeten worden afgewezen.
De beslissing
- De rechtbank spreekt uit de echtscheiding tussen partijen;
- en wijst het meer of anders verzochte af.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2016:7783