Direct Pay door kantonrechter met lege handen naar huis gestuurd
Direct Pay heeft [gedaagde] in rechte betrokken en vordert in een exploot van zes pagina’s de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1 657,57.
Beoordeling door de kantonrechter
Beslist dient te worden op het principiële verweer van [gedaagde] dat Direct Pay haar op deze wijze niet in rechte had mogen betrekken.
Ondanks de lengte van het dagvaardingsexploot mag [gedaagde] daarin niet een behoorlijk onderbouwde vordering aan te treffen en de kantonrechter deelt die opvatting / onderschrijft deze constatering.
Niet van belang ontbloot is in dit verband, zoals [gedaagde]’ gemachtigde terecht betoogt, dat Direct Pay als frequent (ook) bij dit gerecht procederende en professioneel te achten partij de processuele regels op haar duimpje behoort te kennen én toe te passen.
Nagenoeg iedere bewering in het gewraakte exploot is zo globaal en nietszeggend dat zij op willekeurig welke zaak zou kunnen slaan.
Zonder toelichting gebleven brieven die eventueel ‘verstuurd’ zijn (nota bene naar een adres dat evident afwijkt van het adres waar [gedaagde] gedagvaard is!), zijn daarmee nog niet als ‘ontvangen’ te beschouwen.
Direct Pay miskent, waar zij gehouden is ook dit gemotiveerd te stellen, dat de ontvangst van een verklaring door degene die de zender hoopt te bereiken, bepalend is voor het daarmee beoogde effect raakt.
Dat een eindmeting van verbruikte ‘energie’ (gas / gas en elektra / alleen elektra? ook water?) plaatsgevonden heeft, is niet gesteld.
Dat, wanneer, in welke vorm en van welke inhoud berichten naar [gedaagde] over de beweerde vordering uitgegaan zijn, is slechts zeer globaal gememoreerd. In ieder geval is aan de hand van geen enkel concreet feit vast te stellen of die berichten door [gedaagde] ontvangen zijn.
Direct Pay beroept zich zelfs niet eens op de ontvangst van facturen en/of brieven en rept slechts van ‘verzenden’ of ‘zenden’.
Dit kan niet anders dan tot de conclusie leiden dat een aldus aan de rechter voorgelegde vordering terstond afgewezen dient te worden ter besparing van verdere kosten.
Direct Pay heeft een dergelijke afwijzing van haar vordering geheel aan zichzelf te wijten. Zij heeft zich klaarblijkelijk weinig aangetrokken van gelijksoortige beslissingen in eerdere zaken waarin zij zich te weinig gelegen liet liggen aan de regels van behoorlijk procederen.
Als geheel in het ongelijk te stellen partij dient Direct Pay voor de proceskosten op te komen.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBLIM:2014:4493