Diefstal auto. Kantonrechter wijst vordering tot uitkering door verzekering op grond van misleiding af.
Frank is eigenaar van een personenauto van het merk Audi, type S8. De auto
was aanvankelijk eigendom van CTI Security Telecom, de Belgische onderneming van Frank.
CTI had de auto gekocht van autobedrijf [X] voor een bedrag van € 30.000,00.
CTI heeft de auto verkocht aan Frank voor € 50.820,00.
Frank heeft de auto bij Unigarant verzekerd.
Op 29 mei 2013 heeft Frank aangifte bij de politie gedaan van diefstal op 25 mei 2013 van de auto. Daarbij heeft hij verklaard dat geen braakschade is geconstateerd en dat de achterdeur van zijn woning niet was afgesloten. Op 5 juni 2013 heeft Frank nader verklaard bij de politie en melding gemaakt van de vermissing van de sleutels en de reservesleutels. Deze sleutels lagen volgens Frank in een schaal op tafel en in een bakje in de kast.
Frank heeft een verzoek tot vergoeding van schade door de diefstal van de auto ingediend bij Unigarant.
Unigarant weigert de schade uit te keren (red).
Het geschil
Frank vordert dat de rechtbank Unigarant veroordeelt tot betaling van € 60.103,00.
Beoordeling door de rechtbank
Unigarant heeft de vordering van Frank op verschillende gronden betwist. Primair is zij van mening dat onvoldoende vaststaat dat een diefstal heeft plaatsgevonden. Wat daar verder ook van zij, dat geen diefstal heeft plaatsgevonden staat evenmin vast. Nu partijen ieder een gemotiveerd standpunt hebben ingenomen, is nadere bewijslevering nodig om het geschil op dit punt te kunnen beslissen. De rechtbank zal daar echter niet toe overgaan, gelet op het navolgende. Daarbij veronderstelt de rechtbank dat de diefstal heeft plaatsgevonden zoals Frank heeft gesteld.
Volgens Frank is de auto weggenomen door gebruik te maken van de autosleutel die uit de keuken is weggenomen. De achterdeur van zijn woning was niet afgesloten.
Unigarant heeft gewezen op de toepasselijke voorwaarden en is van mening dat Frank roekeloos heeft gehandeld. Frank heeft aangevoerd dat zijn achterdeur als tussendeur moet worden gezien, omdat zijn tuin volledig is omheind en de deur pas na inklimming bereikbaar is. De rechtbank zal in het midden laten of sprake is van roekeloosheid. Feit is dat Frank zijn achterdeur niet had afgesloten. Van een tussendeur, zoals Frank heeft betoogd, is geen sprake. Dat de tuin is omheind, maakt dat natuurlijk niet anders. Ook als eerst over een omheining of een garagedak moet worden geklommen, blijft een deugdelijk afgesloten achterdeur een voor inbrekers relevante hindernis en daarmee een voor verzekeraars relevante beperking van het risico.
Opzet tot misleiding
Unigarant heeft (subsidiair) gesteld dat sprake is van opzet tot misleiding, doordat Frank een verkeerde kilometerstand heeft opgegeven en de waarde van de auto kunstmatig heeft opgehoogd. De rechtbank begrijpt hieruit dat Unigarant van mening is dat geen recht op uitkering bestaat, althans dat dit is vervallen.
Frank betwist dat sprake is van opzet tot misleiding. Van een kunstmatige ophoging van de waarde van de auto is volgens hem geen sprake en bij het opgeven van de kilometerstand heeft hij zich vergist; hij zou de kilometerstand hebben opgegeven zoals hij zich die meende te herinneren.
Bij de beoordeling van de vraag of Frank heeft gehandeld met de opzet Unigarant te misleiden gelden, vanwege de vergaande gevolgen voor de dekking, strenge eisen. Daarom kan van opzet pas worden gesproken als sprake is van een handelen of nalaten met het oogmerk een ander te misleiden.
De rechtbank acht vooral van belang wat Frank over de kilometerstand en het aankoopbedrag van de auto heeft verklaard.
Aankoopbedrag van de auto
Frank heeft verklaard dat hij de auto heeft gekocht voor een bedrag van € 60.603,00. Blijkens de stellingen van Frank heeft hij dit bedrag gebaseerd opis dit het bedrag van de factuur, aangevuld met de door hem betaalde belasting op personenauto's en motorrijwielen (bpm). Dat betekent dat Frank een aankoopbedrag van € 42.000,00 exclusief btw en bpm opgaf. Unigarant heeft er terecht op gewezen dat CTI de auto eerder op diezelfde dag van [X] kocht voor een bedrag van € 30.000,00 exclusief btw en bpm.
Frank heeft, ondanks dat Unigarant hier aandacht voor heeft gevraagd, geen begin van een verklaring gegeven voor het verschil van maar liefst € 12.000,00.
Integendeel, Frank heeft in het kader van zijn betoog over de toepasselijkheid van de aanschafwaardegarantie zelfs expliciet gesteld: "CTI is Frank is en Frank is CTI". Waarom hij dan geen € 30.000,00, maar € 42.000,00 opvoert als aankoopbedrag, is de rechtbank een raadsel en dit roept meer dan twijfels op over de goede bedoelingen van Frank. Nu hij geen begin van een verklaring heeft gegeven, kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat Frank Unigarant welbewust onjuist heeft geïnformeerd.
Kilometerstand van de auto
Frank heeft verklaard dat de tellerstand bij aankoop van de auto 65.000 kilometer bedroeg en ten tijde van de diefstal 92.000. De door Frank opgegeven kilometerstanden blijken echter onjuist zijn. Frank heeft dit erkend, maar stelt dat dit per vergissing is gebeurd; hij meende zich de opgegeven standen zo te herinneren. De rechtbank acht dit ongeloofwaardig. Niet alleen zou Frank zich dan hebben vergist ten aanzien van zowel de kilometerstand ten tijde van aankoop als die ten tijde van de diefstal, maar bovendien zou hij dan in de periode van bijna anderhalf jaar waarin hij de auto ongeveer 30.000 kilometer bereed de standen kennelijk structureel ongeveer 20.000 kilometer te laag hebben waargenomen op de teller. De rechtbank gelooft dat niet en kan alleen maar concluderen dat Frank willens en wetens een onjuiste opgave heeft gedaan.
De aankoopwaarde en de kilometerstand waren voor Unigarant vanzelfsprekend van groot belang bij het bepalen van de aanschafwaarde van de auto dan wel de dagwaarde van de auto ten tijde van de diefstal. Het behoeft geen betoog dat dat voor Frank kenbaar was. Dit wordt nog eens onderstreept doordat Frank aan het eind van zijn schriftelijk verzoek tot vergoeding van schade verklaarde dat hij naar waarheid had geantwoord en dat hij ervan op de hoogte was dat zijn verklaring diende ter vaststelling van de schade en ter bepaling van zijn recht op uitkering.
Door in strijd met de kenbare belangen van Unigarant bewust onjuiste opgaven te doen met het oog op het verkrijgen van een uitkering, heeft Frank gehandeld met het opzet Unigarant te misleiden en is Frank recht op uitkering, als dat al bestond, vervallen.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de naam Frank is in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2015:1355
Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.