Wettelijke betalingstermijn van 30 dagen
Enduris heeft voor transport van energie € 426,65 aan gedaagde in rekening gebracht.
Gedaagde heeft deze factuur pas na het verstrijken van de betaaltermijn betaald.
Met als gevolg dat Enduris ook wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten heeft moeten maken.
De betaling van € 426,65 die gedaagde heeft verricht, is op grond van de wet eerst in mindering gebracht op de buitengerechtelijke incassokosten en vervolgens op de wettelijke rente.
Wat nog open staat is het restant van € 65,63 van het factuurbedrag. Gedaagde weigert dat bedrag te betalen.
Daarom besluit Enduris gedaagde te dagvaarden voor het kantongerecht.
Oordeel kantonrechter
Gedaagde heeft op 7 mei 2020 weliswaar € 426,65 betaald, maar dit is te laat omdat de factuur dateert van 24 maart 2020.
De vraag is hoeveel dagen te laat is betaald.
Partijen verschillen van mening of zij een betalingstermijn van 14 dagen hebben afgesproken of dat de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen geldt.
Eerst moet dus de vraag worden beantwoord welke betalingstermijn geldt.
Op grond van de wet geldt bij een handelsovereenkomst - waarvan hier sprake is - een betalingstermijn van 30 dagen, tenzij partijen andersluidende afspraken hebben gemaakt.
Enduris kan niet aantonen dat er een andersluidende afspraak is gemaakt.
De conclusie is dan ook dat de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen na ontvangst van de factuur geldt.
Ontvangst factuur
De vraag die vervolgens beantwoord moet worden, is wanneer gedaagde de factuur heeft ontvangen. Enduris stelt dat zij de factuur op 24 maart 2020 aan gedaagde per e-mail heeft verzonden. Enduris heeft onbetwist gesteld dat zij de factuur alleen per e-mail heeft verzonden en niet per post. Vast staat dat gedaagde de factuur heeft ontvangen. Gedaagde betwist niet dat het mailadres adet@komenvastgoed.nl van haar is. Zij betwist ook niet expliciet de ontvangst van de e-mail.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft gedaagde hiermee onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij de e-mail, en daarmee de factuur, op 24 maart 2020 heeft ontvangen. Dit betekent dat de wettelijke rente in dit geval begint te lopen vanaf 30 dagen nadat gedaagde de factuur heeft ontvangen. De wettelijke rente zal dan ook worden toegewezen vanaf 24 april 2020.
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten stelt de kantonrechter vast dat Enduris voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen.
Ten onrechte gedagvaard
Gedaagde heeft nog aangevoerd dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid om haar te dagvaarden omdat zij maar een paar dagen te laat heeft betaald.
Volgens de kantonrechter is gedaagde terecht is gedagvaard omdat zij niet het gehele bedrag heeft voldaan.
Enduris heeft de door gedaagde gedane betaling van € 426,65 op grond van de wet eerst toegerekend aan de verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten en vervolgens aan de vervallen wettelijke rente.
De openstaande vordering bedraagt zodoende - een deel van - het factuurbedrag en zal dan ook worden toegewezen.
Ook de proceskosten komen voor rekening van gedaagde, omdat zij grotendeels ongelijk.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:6995&showbutton=true