Belastingdienst - onverschuldigde betaling
De Ontvanger heeft een bedrag van € 80.231,-- aan Ben voldaan, zonder dat hij recht had op dat bedrag.
De Ontvanger heeft Ben verzocht het bedrag terug te betalen.
Ben heeft het bedrag niet terugbetaald.
De Ontvanger laat het er niet bij zitten en besluit Ben te dagvaarden (red.).
Het geschil
De Ontvanger vordert veroordeling van Ben tot betaling van € 80.231,--, vermeerderd met rente en kosten waaronder de kosten van het gelegde conservatoire beslag.
Beoordeling door de rechtbank
Ben erkent dat het bedrag van € 80.231,-- onverschuldigd aan hem is voldaan, en ook dat dit bedrag door hem moet worden terugbetaald. Hij stelt dat terugbetaling niet mogelijk is, omdat het gehele bedrag door hem is gebruikt voor het aflossen van schulden, en zijn inkomen niet toereikend is om het bedrag binnen een reële termijn terug te betalen. Hij zou naar eigen zeggen maximaal € 50,-- per maand kunnen terugbetalen.
De rechtbank overweegt dat dit deel van de vordering van de Ontvanger gelet op de erkenning door Ben kan worden toegewezen.
Beslagkosten
De Ontvanger vordert Ben te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Ben stelt dat dit deel van de vordering moet worden afgewezen, omdat het de Ontvanger ten tijde van de beslaglegging al volstrekt duidelijk was dat hij niet meer over bovengenoemd bedrag beschikte. Gelet op het inkomen van Ben (€ 850,- bruto per maand) en zijn schulden aan de belastingdienst, sprak het ook voor zich dat een beslag op de betaalrekening volstrekt nutteloos zou zijn, aldus Ben.
De rechtbank overweegt dat er geen sprake is van onnodig beslag. De Ontvanger stelt terecht dat hij niet kon uitsluiten dat de betaalrekening een positief saldo zou hebben.Deze vordering is dan ook toewijsbaar.
Proceskosten
Ben stelt zich op het standpunt dat de proceskosten gecompenseerd moeten worden. Hij voert daartoe aan dat hij slechts het totale bedrag op zijn rekening heeft zien staan, en niet de oorsprong van dit bedrag. Hij was in de veronderstelling dat hij de loterij had gewonnen, en heeft het geld naar zijn zeggen te goeder trouw gebruikt voor het aflossen van schulden. Hij betreurt deze situatie en heeft dan ook een afbetalingsvoorstel gedaan aan de Ontvanger. Bovendien is het aan de Ontvanger zelf te wijten dat het geld is overgemaakt. Omdat partijen deze situatie beide onbewust hebben laten ontstaan, dient ieder de eigen kosten te dragen, aldus Ben.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de proceskosten te compenseren. De rechtbank acht het ongeloofwaardig dat Ben wel heeft gezien dat zijn saldo was toegenomen, maar dat hij niet heeft gezien welke instantie het geld had overgemaakt. Weliswaar heeft de Ontvanger een fout gemaakt, maar dat neemt niet weg dat Ben dit geld niet had mogen uitgeven. Door dit wel te doen is hij zelf volledig verantwoordelijk voor de ontstane situatie. Ook het feit dat Ben een betalingsregeling heeft voorgesteld, staat in de gegeven omstandigheden niet aan een proceskostenveroordeling in de weg.
De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de naam Ben is in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2015:6656