Observeren van ex-partner in alimentatiekwestie

 

Eiseres is gehuwd geweest met gedaagde. Inmiddels zijn partijen gescheiden. Eiseres heeft een vriend.  


Gedaagde heeft onderzocht of eiseres met haar vriend samenleeft als waren zij gehuwd. 

 

Gedaagde heeft eiseres langdurig en systematisch geobserveerd. Hierbij is gebruik gemaakt van geplaatste verborgen camera’s bij de ingang van de parkeergarage en in de gemeenschappelijke hal. Gedaagde heeft op een gegeven moment een appartement gehuurd in hetzelfde appartementencomplex en eiseres van daaruit eveneens geobserveerd. 

 

Op een gegeven moment heeft eiseres haar auto voor onderhoud naar de garage gebracht. Tijdens de onderhoudswerkzaamheden werd een elektronisch kastje ontdekt dat met tape aan de auto zat bevestigd. Na onderzoek bleek dit een GPS Tracking systeem te zijn, dat door gedaagde was aangebracht. 

 

Een paar maanden later heeft eiseres kennis gekregen van de inhoud van het door gedaagde opgestelde onderzoeksrapport dat door de advocaat van gedaagde naar haar was verzonden. In dat rapport zijn verslagen opgenomen van observaties van eiseres en haar vriend op diverse plaatsen buiten de woning van eiseres en het appartementencomplex en zijn beelden afgedrukt die afkomstig zijn van de door gedaagde geplaatste camera’s. Tevens zijn foto’s weergegeven die door gedaagde zijn genomen. Op bedoelde beelden en foto’s zijn eiseres, haar vriend en haar zoon te zien. 

 

Eiseres laat het hier niet bij zitten en stapt naar de rechter.


Vordering


Eiseres vordert dat de rechtbank zal verklaren dat gedaagde onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, door:

• een GPS Tracking systeem onder haar auto te plaatsen  

• verborgen camera’s aan te brengen in het appartementencomplex 

• eiseres heimelijk langdurig en systematisch te observeren 

• eiseres langdurig en systematisch te volgen bij het verrichten van (privé)activiteiten buiten haar woning en het appartementencomplex,

 

en

 

gedaagde te veroordelen tot vergoeding van de schade, welke eiseres lijdt of nog zal lijden wegens het onrechtmatige handelen.


Beoordeling

 

Centraal in de onderhavige procedure staat de vraag of gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld bij het uitvoeren van het onderzoek.
Het gaat aldus niet om het opsporen van een misdrijf door de politie, dan wel om het opsporen van fraude in het kader van een door de overheid aan een burger verstrekte uitkering om in haar levensonderhoud te voorzien. Het gaat in deze om bewijsgaring in het kader van een civiele procedure. 


Op zichzelf is het niet onrechtmatig om in een civiele procedure bewijs tegen een persoon te vergaren zonder dat die persoon zich daarvan bewust is. Bij alimentatiekwesties als de onderhavige kan niet altijd eraan worden ontkomen dat de alimentatiegerechtigde wordt geobserveerd. 

 

Bij de beoordeling van de gehanteerde onderzoeksmethoden geldt in de eerste plaats het beginsel van proportionaliteit, hetgeen wil zeggen dat het gekozen middel evenredig moet zijn aan het met de inzet van dat middel beoogde doel. 

 

In de tweede plaats geldt het subsidiariteitsbeginsel. Volgens dit beginsel dient van het gebruik van een zwaar middel te worden afgezien indien het doel ook op een minder ingrijpende manier bereikt kan worden.

 

Gedaagde heeft aangevoerd dat er is gehandeld overeenkomstig de Privacygedragscode, zoals die is opgesteld door de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties. 

 

Op zichzelf is het juist dat bedoelde code een normering inhoudt van de gedragingen van particuliere recherchebureaus, maar daarmee is niet gezegd dat handelen overeenkomstig de Privacygedragscode niet onrechtmatig kan zijn, meer in het bijzonder indien het handelen als een strafbaar feit kan worden gekwalificeerd. 

 

Met betrekking tot het plaatsen van het GPS-baken onder de auto van eiseres heeft gedaagde onrechtmatig jegens eiseres gehandeld. Met dit GPS-systeem kan immers de locatie van de auto continu (derhalve 24 uur per dag) worden vastgesteld en doorgegeven. Een dergelijk bijzonder opsporingsmiddel mag door de politie niet worden ingezet, anders dan na voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris in strafzaken. Een gewone burger als gedaagde is dan ook niet toegestaan om een dergelijk middel in te zetten. 

 

Die bevoegdheid kan gedaagde niet ontlenen aan de Privacygedragscode omdat het geen wet in formele dan wel materiële zin is.

 

Met het plaatsen van verborgen camera’s in de gemeenschappelijke hal van het appartementencomplex en de hiervoor vermelde gang in combinatie met het vervaardigen van beelden van personen met behulp van die camera’s, heeft gedaagde zich schuldig gemaakt aan een misdrijf, hetgeen zonder meer onrechtmatig is. 

 

Uit de gedetailleerde omschrijving van talrijke observaties in het onderzoeksrapport kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat gedaagde eiseres gedurende de onderzoeksperiode van drie maanden langdurig en systematisch heeft geobserveerd, waarbij gedaagde eiseres en haar vriend ook buiten het appartementencomplex veelvuldig heeft gevolgd. 

 

Gedaagde heeft gesteld dat de wijze waarop eiseres en haar vriend vorm gaven aan hun affectieve relatie en samenleving, kennelijk met de bedoeling om in strijd met de waarheid de indruk te wekken dat zij niet met elkaar samenleven als waren zij gehuwd, een bijzondere omstandigheid oplevert, die noodzaakte tot een uitvoerig en relatief langdurig onderzoek. De rechtbank deelt deze stelling niet. Het langdurig en systematisch volgen van de gangen van eiseres en haar vriend kan niet worden gerechtvaardigd door het doel waarvoor eiseres is geobserveerd en is daarom disproportioneel. Ook op dit punt heeft gedaagde onrechtmatig jegens eiseres gehandeld. 

 

Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is voldoende dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is en dat er causaal verband bestaat tussen de bestreden gedraging en de gestelde schade. 

 

Het mag zo zijn dat eiseres niet heeft gemerkt dat haar doen en laten heimelijk werd geobserveerd en vastgelegd, zodat het op zichzelf juist is dat indien eiseres niet zou zijn geconfronteerd met de inhoud van het door gedaagde opgestelde onderzoeksrapport, zij nergens last van zou hebben gehad, maar met dit verweer zet gedaagde de wereld op zijn kop. 

 

Het is voldoende aannemelijk dat eiseres zich als gevolg van de wetenschap achteraf dat haar gangen langdurig en stelselmatig door gedaagde is gevolgd en de heimelijke wijze waarop dit is geschied, minder vrij in het leven beweegt dan voorheen het geval is. Eiseres lijdt aldus in ieder geval immateriële schade. 

 

Beslissing

 

De rechtbank wijst de vordering van eiseres toe en veroordeelt gedaagde tot vergoeding van de schade, welke eiseres lijdt of nog zal lijden.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZUT:2012:BY6138

 

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.