Advocaat heeft door toezegging zijn werkgever – een advocatenkantoor – gebonden.

 

Noble House heeft aan Hoad een Aston Martin V8 verkocht.

 

Tussen Noble House en Hoad is hierover een geschil ontstaan. Door Noble House is conservatoir beslag gelegd op de auto. De auto is in gerechtelijke bewaring gegeven.

 

Bij vonnis van de rechtbank Midden Nederland is Hoad veroordeeld tot betaling aan Nobel House van € 44.618,98.

 

Op 5 februari 2015 heeft de bestuurder van Hoad zich bij de bewaarder gemeld voor afgifte van de auto. Bij e-mail van dezelfde datum heeft mr. Kuizenga, de advocaat van Noble House, aan Michiel, de advocaat van Hoad en werkzaam bij het advocatenkantoor, laten weten dat Noble House de auto pas zou vrijgeven na betaling van hetgeen op basis van het vonnis verschuldigd was.

 

Michiel heeft mr. Kuizenga laten weten dat zijn cliënte het verschuldigde bedrag naar de derdenrekening van zijn kantoor had overgemaakt en dat het bedrag naar de derdengeldrekening van het kantoor van mr. Kuizenga zal worden doorgestort op het moment dat de auto aan zijn cliënte is afgegeven.

 

Op vrijdag 6 februari 2015 is de auto vrijgegeven aan Hoad.

 

Op maandag 9 februari 2015 heeft Michiel mr. Kuizenga bericht niet tot betaling te zullen overgaan. Hoad beriep zich op een opschortingsrecht, aldus Michiel.

 

Op 21 maart 2015 is het bedrag dat namens Hoad op de derdenrekening van het advocatenkantoor was gestort, teruggestort aan de rechtspersoon die het bedrag had betaald.

  

Het geschil


Noble House vordert veroordeling van het advocatenkantoor en subsidiair Michiel tot betaling van € 55.749,86.


Beoordeling door de voorzieningenrechter

 

De voorzieningenrechter overweegt ten aanzien van de gestelde vordering van Noble House als volgt. Deze vordering is gegrond op de toezegging door Michiel. Hij heeft toegezegd dat het bedrag vanaf de derdenrekening van het advocatenkantoor zou worden doorgestort op de derdenrekening van mr. Kuizenga na afgifte van de auto. Die toezegging is ondubbelzinnig en daarin kan zeker niet het voorbehoud gelezen worden dat Hoad zich het recht voorbehield om niet te betalen indien de auto niet “aan de overeenkomst beantwoordde”, laat staan dat Michiel er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat mr. Kuizenga namens Noble House in zou stemmen met een dergelijk voorbehoud. Daarbij weegt mee dat er op dat moment executoriaal beslag rustte op de auto en de betalingsverplichting van Hoad voortvloeide uit een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde veroordeling.


Toezegging

 

De vraag namens wie Michiel zijn toezegging heeft gedaan, hangt af van hetgeen hij en mr. Kuizenga daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. De voorzieningenrechter stelt voorop dat het expliciet ging om een toezegging van Michiel als advocaat, en niet alleen maar namens Hoad, die immers al betaling had toegezegd.

 

Mr. Kuizenga mocht namens Noble House uit de verklaring ook opmaken dat Michiel namens het advocatenkantoor optrad: Michiel was in dienst bij het advocatenkantoor als advocaat-medewerker, sprak over de derdenrekening van het kantoor als “mijn” derdenrekening en deed zijn toezegging in zijn hoedanigheid van advocaat. Deze omstandigheden komen voor risico van het advocatenkantoor en hierdoor is – uitgaande van het verweer dat Michiel niet bevoegd was namens het advocatenkantoor de toezegging te doen – de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid voorshands gewekt.

 

Het advocatenkantoor is derhalve naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter gebonden door de toezegging van haar medewerker. De toezegging ziet op het doorstorten van het op de derdenrekening gestorte bedrag en daartoe is het advocatenkantoor derhalve gehouden, omdat de auto daadwerkelijk is afgegeven. Dat er een bedrag inmiddels van haar derdengeldenrekening aan een aan Hoad gelieerde rechtspersoon is overgemaakt, maakt nakoming van deze verbintenis tot betaling van een geldsom niet blijvend onmogelijk en ontslaat het advocatenkantoor evenmin van haar betalingsverplichting jegens Noble House.


De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de naam Michiel is in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2015:4282

 

  

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.