Advocatenkantoor ontbinden arbeidsovereenkomst

 

Een advocaat is op de afdeling letselschade in dienst is van een advocatenkantoor.

 

De groei van de afdeling letselschade is achter gebleven bij de verwachtingen van het advocatenkantoor. Daarover is een aantal keren met de advocaat gesproken.

 

Op 2 februari 2012 is de advocaat arbeidsongeschikt geworden (hij kwam ten val tijdens het plaatsen van een kerstboom samen met buurtbewoners). Hij was hersteld in januari 2013. Van februari 2004 tot oktober 2004 is de advocaat wegens spanningsklachten ook arbeidsongeschikt geweest

 

Vanaf 7 oktober 2013 wordt de praktijk van de advocaat waargenomen door een andere advocaat.

 

In juli 2013 is het advocatenkantoor het vertrouwen in de advocaat kwijtgeraakt. Zij gelooft niet meer dat hij de letselschadepraktijk binnen afzienbare tijd zal kunnen uitbouwen op een voor het advocatenkantoor aanvaardbare manier. Zij verwijt de advocaat dat hij na zijn herstel - net als voor zijn ziekte - als laatste op kantoor kwam en als eerste weer verdween. Het advocatenkantoor haalt verder aan dat uit een coaching-traject in 2009 naar voren is gekomen dat de advocaat niet gelukkig was in de advocatuur. Het advocatenkantoor suggereert dat dit zou kunnen verklaren waarom de advocaat er niet hard genoeg aan trok. Verder wijst zij op het vertroebelen van de sfeer doordat de advocaat op het kantoor een affectieve relatie heeft onderhouden met een van de medewerksters.

 

Het advocatenkantoor wenst tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de advocaat te komen wegens gewichtige redenen. Tussen partijen is reeds gesproken over beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden, doch partijen hebben over de daaraan te verbinden voorwaarden geen overeenstemming kunnen bereiken.  

 

Beoordeling door de kantonrechter

 

De hoofdreden van het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de advocaat is het opzeggen van het vertrouwen door het advocatenkantoor. Zij gelooft niet meer dat hij de letselschadepraktijk binnen afzienbare tijd zal kunnen uitbouwen op een voor het advocatenkantoor aanvaardbare manier. De kantonrechter ziet niet in hoe een advocaat als gezichtsbepalende figuur van de letselschadeafdeling van een advocatenkantoor zou kunnen functioneren zonder het vertrouwen van zijn werkgever. Dat betekent dat er naar zijn inzien niet te ontkomen valt aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de advocaat wegens veranderingen in de omstandigheden.

 

De gesprekverslagen c.q. functioneringsformulieren spreken weliswaar van een bij de verwachtingen achterblijvende omzet, soms in relatie tot de wijze van opereren van de advocaat, maar niet in termen waaruit de advocaat had moeten afleiden dat het geduld van het advocatenkantoor met hem in toenemende mate op raakte. Van het stellen van harde targets is kennelijk nimmer sprake geweest.

 

Partijen zijn er beroepshalve mee bekend dat nader feitenonderzoek niet te verenigen valt met de in ontbindingsprocedures te betrachten spoed. Kortom, het kan wel waar zijn wat het advocatenkantoor stelt over het functioneren van de advocaat, maar dit staat onvoldoende vast.

 

Voor het geval de arbeidsongeschiktheid van de advocaat in het verleden een rol zouden hebben gespeeld bij het opzeggen van het vertrouwen in de advocaat, wat het advocatenkantoor overigens bestrijdt, overweegt de kantonrechter dat de arbeidsongeschiktheid aan de advocaat niet verweten mag worden. De eerste periode van arbeidsongeschiktheid is trouwens wel erg lang geleden.

 

Ook de affectieve relatie waarvan het advocatenkantoor rept en de discussie over een werkgeversverklaring kunnen geen gewicht in de schaal leggen. Wel is duidelijk dat er over en weer irritatie is ontstaan. Relaties op het werk blijven over het algemeen niet zonder gevolgen voor de sfeer op de werkvloer maar rechtvaardigen op zich geen verwijt aan betrokken werknemers.

 

Het advocatenkantoor stelt zich op het standpunt dat de advocaat maximaal een vergoeding van 0,5 van de kantonrechtersformule zou kunnen worden toegewezen. Naar blijkt uit het voorgaande denkt de kantonrechter aan correctiefactor 1.

 

Nu maximaal een vergoeding van 0,5% door het advocatenkantoor is geboden en een hogere vergoeding zal worden toegekend, dient het advocatenkantoor een termijn te worden gegund om desgewenst haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de advocaat in te trekken.

 

Uitspraak door de kantonrechter

 

Stelt partijen in kennis van zijn voornemen de tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 15 november 2013 te ontbinden onder toekenning van na te noemen vergoeding.

 

Stelt het advocatenkantoor tot en met 14 november 2013 in de gelegenheid om haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de advocaat in te trekken.

 

Ontbindt, tenzij het verzoek daartoe tijdig wordt ingetrokken, de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 15 november 2013 onder toekenning van een vergoeding aan de advocaat ten laste van een advocatenkantoor van € 86.736,-- bruto en veroordeelt het advocatenkantoor tot betaling van deze vergoeding.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2013:2638

 

 

Home


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.